La belle France bestaat niet meer. Frankrijk draagt nu een mondkapje

Dinan

Kerst 2020, we gaan naar Frankrijk. Het is een rare tijd. Reizen wordt sterk afgeraden maar wij als Frans-Nederlands gezin willen toch graag even naar ‘huis’. We gaan ervoor. Gewoon in de auto en doorrijden.

België lukt nog, maar in Luxemburg moeten we toch echt allemaal naar de wc. Mijn man neemt polshoogte in het tankstation. De meeste mensen hebben maskers op, maar er zit ook een gezin te eten zonder, en er zijn niet zoveel mensen binnen. Hoewel in Luxemburg officieel kinderen vanaf 6 jaar een kapje moeten dragen stappen wij toch met zijn vijfen zonder bedekking naar binnen. Enkele vreemde blikken, maar alles OK.

Dan Frankrijk, vroeger mijn thuis. Hier in het gebied waar wij een huis hebben heeft echt IEDEREEN een mondkap op. Binnen én buiten. Aan de buurman vroegen we wat de plaatselijke etiquette is, ‘je hoeft hem buiten niet op, maar zodra je iemand anders op straat ziet moet je hem wel opzetten. De besmettingen zijn ook aan het stijgen, dus het is heel belangrijk’. ‘Ja hoor, dank je wel’, zeg ik, ‘lekker gezellig’, zeg ik niet.

Ik had me voor de reis al voorgenomen om 1x, geheel tegen mijn principes in, met mondkapje te gaan winkelen. Als je hier zonder mondbedekking een winkel in stapt is het echt vragen om problemen. Op een of andere manier vond ik het niet zo’n erg idee. Net als dat je in de zomer even een doek over je blote schouders heen slaat voor je een kerk in loopt. Een tijdelijke aanpassing aan culturele normen en waarden als je ergens op bezoek bent. Je bent te gast in een ander land, en dan het is niet zo moeilijk om de regels daar te respecteren.

Bij de Supermarkt aangekomen gaat het kapje op en ik stap naar binnen. Ik word vreemd aangekeken. Ik val op met mijn zwarte sportmasker waar ik de filters uit heb gelaten en de ventielen van open heb gezet. Iedereen draagt zo’n blauwe wegwerp, je zou toch denken dat na 6 maanden mondkapjesplicht men wel aan het naaien is geslagen. Maar misschien zit die blauwe toch fijner, ik weet het niet.

Aan het winkelen beleef ik weinig plezier. Hoewel ik tot nu toe vooral vanuit mijn gezond verstand tegen mondkapjes ben geweest valt het boodschappen doen met een kapje op me vies tegen. Het jeukt en het voelt niet fijn op mijn gezicht. Ik merk dat ik er de hele tijd aan zit te plukken. Af en toe als niemand kijkt dan schuif ik hem omhoog en haal ik even diep adem.

Ik vraag me af hoe mensen met astma, longproblemen, trauma’s, noem maar op in Frankrijk boodschappen doen, of zelfs de straat op gaan. Gewoon door bikkelen? Of langzaam uit de maatschappij glijden? Ik ben teveel uit de loop hier om er achter te komen.

Ik ga snel door de winkel heen. Normaal hou ik erg van boodschappen doen, vooral in het buitenland, maar dat gaat nu even helemaal niet op. vluchtig pak ik wat favoriete producten en race naar de kassa. Eenmaal buiten trek ik het masker van mijn gezicht en haal ik een paar keer diep adem. Snel stap ik de auto in en rij naar ons huis. Dat was eens maar nooit weer. Het masker voel ik nog uren nabranden op mijn gezicht. Het schijnt te wennen. Maar bij mij hopelijk nooit.

Deel 2

Frankrijk is een heel ander land dan Nederland. De Franse wet laat het toe dat de regering zonder legale dubbelzinnigheden van alles kan verbieden en verplichten. Het Franse volk is dan weer opstandiger. Waar we in Nederland heel gemoedelijk onze rechten een voor een laten inperken zijn er in Frankrijk grote opstanden gaande.

Om het Franse volk toch rustig te houden moet de regering daar op inspelen. Scholen dicht > protesten > scholen open maar met mondkapjes. Restaurants en cafés dicht > opstanden > eigenaren krijgen volledige compensatie. Uiteindelijk heeft het overal in Europa min of meer hetzelfde effect. Alleen de manier en de snelheid om er te komen verschilt nogal.

Waar in Nederland mensen zich op uitzonderingen beroepen gaat in Frankrijk een soort ondergronds leven van start. Verzet is met mondkapje onder de neus in de supermarkt. Een door de maatregelen gesloten dorpscafé waar na het ‘couvre feu’ (de avondklok die om 20.00 al ingaat) in het donker biertjes worden gedronken. Een doktersafspraak maken in een andere stad zodat je bij controle kan laten zien dat je het recht hebt daarheen te reizen.

Opvallend veel ‘oude vrienden’ willen ruim een week na onze aankomst pas afspreken, dus die zien we helemaal niet. Sommige vrienden die wel langskomen stappen gemaskerd uit de auto en zetten ook binnen hun mondkapje niet af. Een afspraak met een goede vriendin in een openbaar park moet ik afzeggen als mijn man me eraan herinnert dat we ook daar mondkapjes moeten dragen. Weer anderen zijn opgelucht ons te zien en ontvangen ons hartelijk met een zoen en een knuffel.

De vriendjes en vriendinnetjes van mijn kinderen (tussen de 6-10 jaar) vraag ik, ‘hoe is het om met mondkapje op naar school te gaan? Het antwoord is unaniem: ontzettend vervelend. ‘Als het echt niet meer gaat kan je toestemming vragen om heel even in je eentje buiten te gaan zonder mondkapje op.’ De ouders beleven het anders, ‘ach, ze waren er eigenlijk heel snel aan gewend’, is het meest gegeven antwoord.

Mijn oude schoonmoeder die de afgelopen maanden vereenzaamd in een angstpsychose heeft doorgebracht en nog net niet van een brug is gesprongen, leeft zienderogen op als de kleinkinderen in de buurt zijn. Ik heb ze in de auto nog instructies gegeven, ‘jullie mogen grandmère geen knuffel geven’. ‘Ook geen kusjes?’, vraagt mijn jongste van 4. Mijn hart breekt.

Het is gelukkig heerlijk weer en we kunnen de dag samen buiten doorbrengen. Als mijn schoonmoeder naar binnen gaat zet ze heel zorgvuldig haar mondkapje op. Als de dag vordert wordt ze er slordiger in. Soms gaat het ding pas op als ze al in de keuken staat. En ik zie haar ook een keer naar binnen gaan met de col van haar trui over haar neus geschoven. Mag ik hier de humor van inzien?

Ik zie het vooral als teken dat ze eindelijk even kan ontspannen. Samen met familie en vrienden mooie momenten kan delen. Waarin we elkaars gezicht, mimiek, en emoties zien. Waar we open ervaringen, ideeën, en meningen uitwisselen. Kinderen die samen spelen en lachen. Even niemand die ons wijs probeert te maken dat we door te ademen onze naasten kunnen vermoorden, en dat niet besmet raken met COVID het enige is dat nog telt.