We zijn allemaal de ander

conformity

We worden geacht om een mondkapje te dragen “voor de ander”. Maar we zijn zelf ook die ander, schrijft Marijke van den Bergen. Zouden wij, bij een draagvlakonderzoek in 2019, hebben gekozen voor dit leven, omwille van onze veiligheid?

In september 2020 loop ik het gebouw binnen waar ik al jaren werkzaam ben. Als ik de receptie zie voel ik dat mijn hand automatisch naar mijn jaszak gaat. Hierin zit het mondkapje dat ik na de zomer op mijn bureau vond met de mededeling dat mondkapjes verplicht waren gesteld en dat erop gehandhaafd zou worden door collega’s.

Ik schrik van mijn eigen Pavlov-reactie. Die collega achter de balie, waar ik al jaren een praatje mee maak, wat vindt die er eigenlijk allemaal van? Is deze misschien een fervent tegenstander van mondkapjes, ongelukkig met de nieuw opgelegde rol van handhaver, opgezadeld met een dilemma? Voelt mijn receptie-collega druk van bemondkapte collega’s om zich heen om mij streng toe te spreken? Gingen handen van deze collega’s ook als in een Pavlov-reactie naar het mondkapje?

Opeens vraag ik me af of het mogelijk is. Of het mogelijk is dat een pand vol mensen die niet achter een maatregel staan deze toch opvolgen. Sociale experimenten in het verleden hebben aangetoond dat dit kan. Maar er is ook aangetoond dat groepsdruk door één persoon kan worden doorbroken. De ‘partnership variation’ van het Asch Conformity experiment laat zien dat niet het aantal, maar de unanimiteit van de rest van de groep bepalend is. Betekent dit dat het uitmaakt als ik als enige zonder mondkapje door de supermarkt loop?

Je moet het doen voor de ander, het volgen van de maatregelen. Maar we zijn allemaal ook zelf de ander. De ander aan wie het virus kan worden overgedragen én de ander die iets van de één verwacht. De ander die gestimuleerd wordt de één op naleving aan te spreken, de handhaver. En allemaal krijgen we de rol toebedeeld om, als de één, de ander daarin tegemoet te komen.

Wat nu als we ons allemaal eens zouden richten tot de één? Welke verantwoordelijkheid dragen we dan als de ander? Hadden wij, bij een draagvlakonderzoek in 2019, gekozen voor dit leven van de één, omwille van onze veiligheid? Zijn wij als stille gezichtloze groep, thuis of met mondkap, de handhaving geworden van elkaars knevel? Of gaan we luisteren naar elkaar in plaats van naar autoriteiten?

Wij hebben het recht om afhankelijke deskundigen, geselecteerd door een op hol geslagen overheid, met een korreltje zout te nemen. We hebben het recht om de motieven die worden gebruikt voor een metamorfose van onze wereld te onderzoeken. We hebben ook recht op het behoud van zelfrespect, om onze normen en waarden zelf te vormen, ons deze te blijven herinneren, en deze met elkaar te delen. Dat lukt alleen als we zichtbaar blijven. Niet alleen met ons gezicht, maar ook met onze ideeën.

Nog steeds weet ik niet wat de receptionist op mijn werk ervan vindt. Na weken van thuiswerken heb ik slechts één keer de vermeende mondkapcontrole opnieuw doorstaan. Deze keer werd er zelfs vriendelijk gegroet. De volgende keer wil ik de social distance nog een stapje verder doorbreken en wil ik weer ouderwets met de één en met de ander over één en ander praten.