Documentatie bij bodemprocedure: Nut, noodzaak en schadelijkheid van mondkapjes

,
boete bij rechtbank

In dit artikel documenten wij uitgebreid waarom mondkapjes ineffectief en schadelijk zijn. Het document maakt deel uit van de dagvaarding in de bodemprocedure die wij voeren tegen de staat die tot doel heeft de afschaffing van de mondkapjesplicht in Nederland.

Inleiding: hoe de mondkapjesplicht tot stand kwam

Per 1 december 2020 is in Nederland de “Regeling aanvullende mondkapjesverplichtingen covid-19” ingegaan. Een ingrijpende regeling die verregaande vrijheidsbeperkingen oplegt aan alle burgers in Nederland. De regeling dwingt burgers een mondneusmasker (informeel “mondkapje” genoemd) te dragen in voor publiek vrij toegankelijke binnenruimten, waaronder winkels en middelbare scholen.

Je zou mogen verwachten dat een dergelijke ingrijpende regeling berust op urgente medische noodzaak en deugdelijk wetenschappelijk is onderbouwd. Niets is minder waar. Voor de regeling bestaat geen enkele wetenschappelijke of medische onderbouwing. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de mondneusmaskerplicht bijdraagt aan het tegengaan van infecties door het coronavirus, eerder het tegendeel. Er is ook alle reden om aan te nemen dat deze regeling tot gezondheidsschade leidt.

Hoe heeft het zover kunnen komen?

Zeker tot begin april 2020 bestond er wereldwijd bij deskundigen brede overeenstemming dat een mondneusmaskerplicht niet het juiste antwoord was op de corona-epidemie. In Nederland was tot eind juli 2002 binnen het OMT consensus dat “mondkapjes” niet helpen in de strijd tegen een luchtwegvirus zoals COVID-19. Minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge vertelde tot eind juli meerdere malen dat mondkapjes niet helpen ( “mondkapjes zijn schijnveiligheid, gaan we dus niet doen”). Minister-president Mark Rutte zei in de eerste helft van 2020 dat de wetenschappelijke onderbouwing voor het dragen van mondkapjes “flinterdun” is.

Jaap van Dissel, directeur van het Centrum voor Bestrijding van Infectieziekten van het RIVM, verklaarde dat het “mondkapjesadvies” een “politiek besluit was” en “niet op medische gronden” berustte.  Op de website van het RIVM was een filmpje te zien (sindsdien verwijderd) waarin het nut van mondkapjes werd ontkend.

Dr. Fauci, de hoogste gezondheidsadviseur in de V.S., zei op 8 maart op de televisie: “There’s no reason to be walking around with a mask. When you’re in the middle of an outbreak, wearing a mask might make people feel a little bit better, and it might even block a droplet, but it’s not providing the perfect protection that people think that it is. And, often there are unintended consequences – people keep fiddling with the mask and they keep touching their face.” (Alex Berenson, Unreported Truths About Covid-19 and Lockdowns: Masks)

Ook de WHO adviseerde tegen het gebruik van mondneusmaskers, zo werd nog op 30 maart 2020 bevestigd door CNN: “WHO stands by recommendation to not wear masks if you are not sick or not caring for someone who is sick.” (Alex Berenson, Unreported Truths About Covid-19 and Lockdowns: Masks)

Op 1 april publiceerde de New England Journal of Medicine een onderzoek van vijf wetenschappers die schreven: “We know that wearing a mask outside health care facilities offers little, if any, protection from infection …

In de loop van april 2020 veranderde dit beeld echter en werd er door steeds meer instanties op aangedrongen dat mensen wel mondneusmaskers moesten gaan dragen. De CDC, het Amerikaanse RIVM, schreef ineens: “Masks are primarily intended to reduce the emission of virus-laden droplets (source control) … Masks also help reduce inhalation of these droplets by the wearer (filtration for personal protection).”

Op 1 juni publiceerde WHO een studie waarin de mondneusmaskerplicht opeens van een onderbouwing werd voorzien – zij het een zeer wankele, zoals we hieronder zullen laten zien. Deze studie leidde ertoe dat voor veel landen de weg vrij kwam om mondkapjeswetten in te voeren.

Waarom veranderden de adviezen? Niet omdat er nieuw wetenschappelijk onderzoek was verschenen dat tot bijstelling noopte (we komen hieronder uitgebreid terug op de wetenschappelijke literatuur). Gezien de verklaringen van diverse hoofdrolspelers is aannemelijk dat de koerswijziging voortkwam uit politieke overwegingen. Politieke leiders wilden door mondkapjesregels in te voeren daadkracht uitstralen, de bevolking een gevoel van veiligheid geven en een vorm van “solidariteit” kweken.

Dr Fauci zei op een persconferentie in mei 2020 over mondneusmaskers: “… it’s not 100 percent effective. I mean, it’s sort of respect for another person, and have that person respect you. …. [I wear masks] because I want to make it be a symbol for people to see that that’s the kind of thing you should be doing.” Fauci betracht hier duidelijk een vorm van “virtue signaling” – laten zien dat hij deugt. Dat mag hij doen natuurlijk – maar dat dergelijk gedrag bij wet wordt afgedwongen is wat anders. (Alex Berenson, Unreported Truths About Covid-19 and Lockdowns: Masks)

De WHO publiceerde op 5 juni 2020 een “Advies over het gebruik van maskers in de context van COVD-19)” waarin de volgende “voordelen van het gebruik van maskers door gezonde (!) mensen in het algemene publiek” werden benoemd:

  • “minder … stigmatisering van individuen die maskers dragen om besmetting van anderen te voorkomen”
  • “mensen het gevoel geven dat ze een rol kunnen spelen in het stoppen van de verspreiding van het virus”
  • “mensen eraan herinneren dat ze andere maatregelen moeten opvolgen, zoals handen wassen en neus en mond niet aanraken”
  • “het publiek aanmoedigen om zelf mondmaskers te maken bevordert individuele ondernemingszin en gemeenschapszin”
  • “de productie van niet-medische maskers kan een bron van inkomsten zijn voor mensen binnen een gemeenschap die dit kunnen”
  • “stoffen mondmaskers kunnen ook een vorm zijn van culturele expressie, die het publiek aanmoedigt om beschermingsmaatregelen te accepteren”
  • “het veilige hergebruik van stoffen maskers leidt tot lagere kosten en afval en draagt bij aan duurzaamheid”

Het zal duidelijk zijn dat het hier geen medisch advies betreft, waarvoor de WHO nochtans de aangewezen instelling is, maar een sociaal-politieke richtlijn van “socialistische” snit, een door de WHO voorgeschreven “plicht” naar “de gemeenschap”. Dit is een vorm van advisering die volledig buiten de competentie van de WHO ligt. Daarbij voert de WHO overigens uiterst dubieuze, zo niet bizarre, argumenten aan, zoals de suggestie dat mondkapjes goed voor het milieu zouden zijn, terwijl ze een enorme afvalberg veroorzaken, of dat het dragen ervan naleving van andere “maatregelen” zou bevorderen, terwijl het omgekeerde waarschijnlijker is.

Dat de gewijzigde adviezen geen medische onderbouwing hadden, wordt ook gesuggereerd door het hierboven genoemde artikel in de New England Journal of Medicine van 1 april 2020. De auteurs van dit artikel erkennen dat het dragen van een masker geen bescherming oplevert, maar zij voegen hier aan toe dat “er additionele voordelen kunnen zitten aan brede gezichtsmasker-maatregelen … Het is duidelijk dat maskers ook symbolische rollen vervullen. Maskers zijn niet alleen middelen, maar ook talismannen die een gevoel van veiligheid teweeg brengen voor medisch personeel en vertrouwen in ziekenhuizen.”

Voor deze wetenschappers (!) is het blijkbaar verantwoord dat de overheid regels invoert die “symbolisch” werken, als “een talisman”, met andere woorden, als een primitief bijgeloof om gevaar af te wenden. Als dat rechtvaardiging is voor een wettelijke dwangmaatregel, dan zouden we ook weer heksen kunnen gaan verbranden.

Soortgelijke geluiden waren in Nederland te horen, onder meer van minister van Medische Zorg en Sport Tamara van Ark. De burgemeester van Eindhoven, John Jorritsma, zei: “Van mondkapjes gaat een symboolwerking uit, het maakt dat mensen zich bewust blijven van de risico’s.” De burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb, liet zich op soortgelijke wijze uit.

De Belgische virologe Erika Vlieghe erkende tegenover de omroep VRT dat er geen bewijs is dat mondmaskers werken, maar zei dat een verplichting nuttig is om bewustzijn te creëren: “Je kan met mondmaskers echt weer awareness genereren. Mensen er bewust van maken dat het nog niet voorbij is, dat er iets aan de hand is en we met zijn allen voorzichtig moeten zijn.”

In het Kamerdebat op 30 september 2020 over de mondkapjesregeling werden ook dergelijke argumenten gehoord, zoals “alle beetjes helpen”, “gedragsbeïnvloeding” of een “signaal afgeven”. Van wetenschappelijke onderbouwing was geen sprake.

Nog in augustus 2020 meldde persbureau Bloomberg dat “Europa’s hoogste beambten op het gebied van gezondheidszorg stellen dat gezichtsmaskers niet helpen bij de bestrijding van COVID-19″. Henning Bundgaard, hoofdarts van het Deense Rigshospitaal, verklaarde: “Al deze landen die gezichtsmaskers aanbevelen, hebben hun beslissingen niet genomen op basis van nieuwe studies.”

“Vanuit medisch oogpunt is er geen bewijs voor een medisch effect van het dragen van gezichtsmaskers, dus hebben we besloten om geen nationale verplichting op te leggen”, verklaarde Tamara van Ark, de Nederlandse minister van Medische zorg.

“Nu de aantallen zeer snel afnemen in Zweden, zien we geen reden om een gezichtsmasker te dragen in Zweden, zelfs niet in het openbaar vervoer”, zei Anders Tegnell, de hoogste beleidsadviseur op het gebied van besmettelijke ziekten.

“Gezichtsmaskers op openbare plaatsen zijn niet nodig, op basis van al het huidige bewijsmateriaal,” zei dr. Coen Berends, woordvoerder van het RIVM. “Er is geen voordeel en er kunnen zelfs negatieve gevolgen zijn.”

Het Noorse Instituut voor Volksgezondheid (NIPH) was al in juni 2020 naar buiten gekomen met een negatief advies voor maskers: “wearing face masks to reduce the spread of Covid-19 is not recommended for individuals in the community without respiratory symptoms who are not in near contact with people who are known to be infected.”

Toch, ondanks al deze heldere geluiden, kwam er een mondkapplicht in Nederland (en vele andere landen). En we zijn er nog steeds niet vanaf.

H1 De wetenschappelijke onderbouwing van de mondkapjesregeling

Ondanks het gebrek aan medisch-wetenschappelijke onderbouwing, werd in Nederland per 1 december 2020 de Ministeriële Regeling Mondkapjesplicht van kracht. (Feitelijk gaat het om een “mondneusmaskerplicht”, want ook de neus dient te worden bedekt. De term “mondkapje” is misleidend. In het Engel spreekt men over “face mask”.)

De regering baseerde deze regeling naar eigen zeggen op 1) een advies van het OMT van 14 oktober 2020,[1] 2) een OMT-advies van 4 mei 2020, gepubliceerd door het RIVM op 6 mei 2020,[2] 3) een rapport van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC)[3] van 8 april 2020 en 4) een rapport van de WHO[4] van 1 juni 2020.

Wij zullen deze vier documenten hieronder bespreken. Enige algemene opmerkingen vooraf zijn daarbij op zijn plaats.

-Alle genoemde rapportages richten zich op virusoverdracht door “druppels” en negeren virusoverdracht door aerosolen. Bij alle analyses wordt niet gekeken of virusdeeltjes worden tegengehouden, maar of “ademhalingsdruppels” worden tegengehouden, waarbij de aanname is dat het tegenhouden van ademhalingsdruppels automatisch betekent dat virusoverdracht wordt voorkomen. Dit is een onjuiste aanname, zoals we in hoofdstuk 2 zullen laten zien. Het ECDC-rapport van 8 april 2020 erkent overigens expliciet dat aerosolen een rol spelen bij virusoverdracht.

De rapportages gaan er bovendien vanuit dat het “tegenhouden” van druppels gelijk staat aan het tegenhouden van virusoverdracht. Dit is een fundamentele denkfout. Zoals vaccin-expert en medisch technoloog Roger W. Koops heeft uitgelegd in een gedetailleerd artikel over het gebruik van mondmaskers, is het tegenhouden van een druppel niet hetzelfde als het “uitschakelen” van virusdeeltjes. Als en voor zover virusdeeltjes (maar ook bijvoorbeeld bacteriën en schimmels) worden tegengehouden, bevinden ze zich vervolgens in het mondneusmasker en kunnen alsnog worden overgebracht op anderen. Dit is de reden waarom veilig gebruik van mondneusmaskers een uitgebreid handelingsprotocol vergt, dat alleen bij medisch gebruik praktisch mogelijk is, niet in niet-medische situaties, zoals in winkels, openbare gebouwen, scholen en het OV. Ook hier komen we in hoofdstuk 2 op terug.

De rapportages richten zich uitsluitend op onderzoek waaruit enige effectiviteit van mondkapjes zou blijken, maar negeren de enorme hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek die uitwijst dat mondkapjes niet effectief zijn, inclusief onderzoek dat voldoet aan de hoogste standaarden (RCT, randomized controlled trials) en epidemiologisch bewijs! Dit levert een volstrekt vertekend en misleidend beeld op van de werkelijkheid en gaat in tegen de geaccepteerde wetenschappelijke praktijk. Het is alsof je een wet baseert op enkele studies die laten zien dat er “enig bewijs is dat klimaatverandering natuurlijke oorzaken heeft” en honderden studies negeert die laten zien dat klimaatverandering door menselijk handelen wordt veroorzaakt.

De ondersteunende rapporten negeren vrijwel volledig de fysieke en psychische schade en risico’s die het dragen van gezichtsmaskers met zich meebrengt. Minstens zo vreemd is dat bij het tot stand komen van de regelgeving in het geheel niet is gekeken naar mogelijke schadelijke effecten van het dragen van mondneusmaskers. Beleid hoort te zijn gebaseerd op een evenwichtige risico-analyse waarbij kosten en baten worden betrokken. Deze ontbreekt geheel.

De rapportages richten zich uitsluitend op besmetting door symptomatische of presymptomatische personen. Voor besmetting door asymptomatische personen (de meerderheid van de bevolking) is – logischerwijs – geen enkel bewijs. Zoals Dr. Hannah Visser en Dr. Marcel Tóth schreven in het vakblad Medisch Contact: “Gezonde mensen maken elkaar niet ziek”.[5] Nochtans schrijft de Ministeriële Regeling het dragen van mondneusmaskers voor aan de gehele bevolking. De implicaties van deze handelwijze zijn verstrekkend. Ook hierop komen we terug in hoofdstuk 2.

Het OMT-advies van 4 mei 2020 – kritische analyse

Het OMT-advies van 4 mei 2020 wordt aangehaald als een van de belangrijkste onderbouwingen van de Mondkapjesregeling.

Hierin lezen we onder meer het volgende.

SARS-CoV-2 is een respiratoir virus dat volgens de huidige beschikbare gegevens overgebracht wordt via druppelcontact. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen voor aerogene transmissie in openbare ruimten. Aerosolen worden uitsluitend gevormd tijdens aerosolvormende medische handelingen die buiten het bestek van dit advies vallen.”

Dit is een cruciale aanname, die volledig in tegenspraak is met alles wat bekend is over de virusoverdracht, zoals we zullen laten zien hieronder. Het is bijzonder opmerkelijk dat dit door het OMT wordt beweerd, terwijl het ECDC-artikel waarop ditzelfde advies in belangrijke mate is gebaseerd, en waar het naar verwijst, wel degelijk stelt dat virusoverdracht plaatsvindt via aerosolen! (Zie hieronder 1c en 1d voor het ECDC-artikel en hoofdstuk 2 voor meer informatie.)

Voorts stelt het OMT-advies: “Een patiënt is besmettelijk in de symptomatische fase. Zowel patiënten met milde als met ernstige klachten scheiden virus uit (Zhang et al. 2020). Daarnaast zijn er aanwijzingen voor pre- en vroegsymptomatische transmissie, 1-3 dagen voordat de klachten ontstaan. De mate waarin deze patiënten bijdragen aan de transmissie is nog niet met zekerheid vastgesteld.”

Dit impliceert om te beginnen dat de mondkapjesplicht voor asymptomatische personen volkomen onnodig is. Asymptomatische personen besmetten anderen niet.

De mondkapjesmaatregel is dus bedoeld voor die gevallen waarbij mensen nog geen symptomen van de ziekte vertonen, maar wel besmettelijk zouden zijn, waarbij wordt aangemerkt dat “de mate waarin deze patiënten [?] bijdragen aan de transmissie nog niet met zekerheid is vastgesteld.” (Het is tamelijk bizar om deze mensen “patiënten” te noemen, terwijl ze niet eens symptomen hebben van een ziekte en geenszins zeker is of ze echt ziek zullen worden.)

De vraag is of het juridisch en ethisch verantwoord is om een verregaande maatregel in te voeren voor de gehele bevolking die, als hij al werkt (wat niet zo is, zoals we nog zullen aantonen), slechts zou werken voor een uiterst kleine groep mensen, waarvan niet eens met zekerheid is vastgesteld dat ze besmettelijk zijn. Het is alsof je het autorijden aan iedereen verbiedt omdat je mag aannemen dat een kleine groep dronken in de auto zal stappen.

Het OMT-advies levert verder geen bewijs dat mondkapjes effectief zijn. Zo wordt gesteld: “Voor niet-medische maskers bestaan geen kwaliteitseisen. De maskers kunnen zelf gemaakt worden van diverse materialen en zijn daardoor goed toegankelijk voor het algemeen publiek. De bescherming die deze maskers bieden is echter beperkt en afhankelijk van de gebruikte materialen en de manier waarop het masker gedragen wordt.”

Voorts wordt onomwonden geconstateerd: “In een recent advies van de WHO wordt gesteld dat het gebruik van mondneusmaskers door het algemeen publiek niet voldoende geëvalueerd is en dat er daarom geen aanbeveling voor of tegen het gebruik gedaan kan worden (WHO 2020).” Dit is inderdaad volkomen juist. In het WHO-advies staat letterlijk: “At present, there is no direct evidence (from studies on COVID19 and in healthy people in the community) on the effectiveness of universal masking of healthy people in the community to prevent infection with respiratory viruses, including COVID-19.”

Het OMT-advies refereert aan adviezen en praktijken uit het buitenland, zoals Duitsland en de V.S., waar mondkapjesmaatregelen zijn ingevoerd, blijkbaar als argument om dit ook in Nederland te doen. Het is moeilijk in te zien waarom iets dat in het buitenland gebeurt, in Nederland zou moeten worden nagevolgd alleen omdat het daar gebeurt, met name ook omdat er geen epidemiologisch bewijs is dat de invoering van mondkapjesplicht effect heeft op besmettingen (zie hoofdstuk 2c). Het OMT-advies negeert bovendien adviezen uit landen waar geen mondkapjesregels worden aanbevolen, zoals Zweden. Waarom alleen landen genoemd waar wel een mondkapjesplicht geldt?

Het is typerend voor de benadering van het advies (dat geldt voor alle vier de rapportages die we hier bespreken) dat voortdurend heel erg hard wordt geprobeerd enige onderbouwing te vinden voor de mondkapjesplicht, hetgeen niet duidt op de objectiviteit of neutraliteit die je van wetenschappers zou verwachten.

Om een voorbeeld te noemen, in het OMT-advies lezen we: “Een recent Chinees experiment laat echter zien dat een zelfgemaakt masker met meerdere lagen keukenpapier 95% virusdeeltjes zou tegenhouden (Ma 2020).” Dit blijkt te gaan om een tamelijk bizarre laboratoriumstudie waarin een onbekend aantal mensen 100 keer ademhaalt door vier lagen keukenpapier. Daarbij worden aerosolen gemeten met een omvang van gemiddeld 3.9 μm, zo schrijven de onderzoekers, waarbij 35% van de aerosolen [waarschijnlijk wordt hier druppels bedoeld] een omvang heeft van groter dan 5.0 μm. Virusdeeltjes hebben een omvang van 0,1 μm. De betrouwbaarheid en relevantie van een dergelijke studie uit China is natuurlijk nihil. Het is ontstellend dat een instantie als het OMT, die zoveel invloed heeft op wat er in onze maatschappij gebeurt, dergelijke pseudowetenschappelijke studies bij zijn adviezen betrekt.

Ironisch is wel dat in deze studie valt te lezen: “Various studies have suggested that SARS‐CoV‐2 can be transmitted through droplets and aerosols,” terwijl ditzelfde OMT-advies nota bene begint met de (zoals gezegd, onjuiste) vaststelling dat overdracht alleen plaatsvindt via druppels. Er wordt nogal selectief gewinkeld, zo blijkt.

Een ander voorbeeld van selectief winkelen, is deze passage in het OMT-advies: “In Aziatische landen zoals Hongkong en Singapore waar vanaf het begin van de epidemie mondneusmaskers zijn gebruikt door het algemeen publiek in aanvulling op andere maatregelen lijkt het aantal gevallen van COVID-19 echter minder snel te zijn toegenomen dan in landen waar deze strategie niet is toegepast (Cheng 2020).” Ook hier weer aanhaling van één Chinees onderzoek, met uiterst vage conclusies (“lijkt … minder snel te zijn toegenomen”), zonder eenduidig verband met mondkapjes, dat bovendien in tegenspraak is met vrijwel alle epidemiologische gegevens die beschikbaar zijn (zie hoofdstuk 2c), maar die door het OMT domweg worden genegeerd.

Ook al wordt er door het OMT klaarblijkelijk hard gezocht naar bewijs voor de werking van mondkapjes, dat blijkt heel moeilijk te vinden. De conclusies van het OMT-advies spreken boekdelen:

  • “Onderzoeken die gedaan zijn naar de bescherming door niet-medische mondneusmaskers laten wisselende resultaten zien en spreken elkaar regelmatig tegen. Breinard gaf aan dat van de 12 geïncludeerde randomized controlled trials slechts 3 een licht positief effect lieten zien (6%) op het ontwikkelen van respiratoire aandoeningen. Een iets hogere bescherming werd gezien in observationeel onderzoek (19%).”

Randomized controlled trials (RCT) zijn de meest betrouwbare studies, veel betrouwbaarder dan “observationeel onderzoek”. Wat hier dus staat is dat 9 van de 12 RCT onderzoeken geen effect laten zien! Maar het OMT schrijft het precies andersom op: 3 van de 12 RCT studies laten een “licht positief effect” zien (zeg maar gerust, heel licht). Uit deze benadering blijkt dat het OMT op zoek is naar ondersteuning voor een mondkapjesplicht, in plaats van zich neutraal op te stellen.

Andere conclusies uit het OMT-Advies:

 De literatuur over het effect van het dragen van niet-medische mondmaskers in de openbare ruimten is niet eenduidig en de resultaten uit de beschikbare studies spreken elkaar tegen.”

  • “Niet-medische mondneusmaskers dragen mogelijk enigszins bij aan het beperken van verspreiding van COVID-19 door presymptomatische patiënten in openbare ruimten waar voldoende afstand houden niet altijd mogelijk is (source control); belangrijk daarbij is dat het effect groter is als meer mensen een masker dragen.”
  • “Niet-medische mondneusmaskers beschermen de drager ervan in zeer beperkte mate; is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de materialen die gebruikt zijn, de mate waarin het masker aansluit op het gezicht en het draagcomfort.”
  • “Door de beperkte bescherming is mondneusbescherming niet geschikt als vervanging van social distancing, hygiënemaatregelen en (thuis)isolatie van patiënten met klachten.”
  • “Mondneusbescherming kan als aanvullende maatregel de aandacht voor social distancing en hygiënemaatregelen versterken.”

Ook dit laatste is een opmerkelijke conclusie: mondneusbescherming werkt niet, maar kan de “aandacht voor” andere maatregelen versterken, stelt het OMT. Wat zouden we ervan vinden als bijvoorbeeld uit onderzoek zou blijken dat elektrisch rijden niet zou bijdragen aan verminderde uitstoot van broeikasgassen, maar het toch verplicht werd gesteld omdat het “de aandacht voor” klimaatverandering zou kunnen versterken?

  • “Mondneusbescherming kan echter ook een gevoel van schijnveiligheid creëren waardoor andere maatregelen niet goed meer opgevolgd worden. In dat geval kan het gebruik van niet-medische maskers die maar een beperkte bescherming bieden leiden tot een toename van infecties met COVID-19.”

Dit is precies de tegenovergestelde conclusie dan de voorgaande! Wat te denken van een advies dat twee tegenovergestelde conclusies bevat? En waarom besluit de regering om deze laatste conclusie te negeren? De Ministeriële Regeling schrijft nadrukkelijk het gebruik van niet-medische mondmaskers voor. Uit het eigen onderzoek van het OMT blijkt dat deze kunnen leiden tot een toename van infecties!

Het OMT stelt daarnaast nog: “Het ECDC geeft in een recente publicatie aan dat niet-medische mondneusmaskers mogelijk een meerwaarde kunnen hebben in het onder controle houden van de epidemie.” Op de ECDC-studie komen we hieronder terug. Het is vooral deze ECDC-studie waar de Ministeriële Regeling op leunt. In de toelichting bij de Ministeriële Regeling lezen we: “Volgens het advies van het OMT van 4 mei 2020 volgt uit een recente publicatie [dit is het ECDC rapport] dat niet-medische mondkapjes de verspreiding van het virus tegen kunnen gaan in situaties waarin voldoende afstand houden niet altijd lukt, zoals in het OV of in supermarkten.”

Wie het OMT-advies leest, moet echter constateren dat dit een zeer dubieuze conclusie is. Wie objectief naar de aangedragen gegevens kijkt, kan niet anders dan concluderen dat nog nooit zo’n ingrijpende maatregel gebaseerd is op zo weinig bewezen nut.

Het OMT-advies van 13 oktober 2020 – kritische analyse

Het OMT-advies van 13 oktober 2020 is een beleidsstuk zonder wetenschappelijke referenties. Het wordt gebracht als een update van het advies van 4 mei: “Het OMT heeft zich wederom gebogen over de rol van gebruik van niet-medische mondneuskapjes in de publieke ruimte bij het beteugelen van de SARS-CoV-2 uitbraak.” Maar merkwaardig genoeg worden er geen nieuwe wetenschappelijke gegevens aangehaald in het advies! Geen enkele. Uit niets blijkt dat het OMT zich “wederom” over de materie heeft gebogen of evaluatie heeft gepleegd.

Over het advies van 4 mei zegt het OMT op 13 oktober: “Het OMT concludeerde eerder dat … de toegevoegde waarde van niet-medische mondneuskapjes gering was: ze dekken immers een klein restrisico af.” Het OMT brengt verder in herinnering dat onderzoeken een “beperkt effect” tonen, maar dit effect waarschijnlijk wordt “overschat” (sic).

Eén verschil is er wel: in het OMT advies van 13 oktober wordt wel erkend dat epidemiologisch onderzoek geen evidentie oplevert voor de effectiviteit van mondkapjes: ”Europese landen waar het gebruik van niet-medische mondneusmaskers in diverse situaties eerder verplicht is gesteld, hebben momenteel ook te maken met een snel toenemende infectiedruk. Deze opmerking zou bij beleidsmakers de alarmbellen hebben moeten laten rinkelen! Als uit epidemiologisch onderzoek geen resultaat blijkt, misschien zelfs wel negatief resultaat, op grond waarvan werden de maatregelen dan toch ingevoerd?

Het OMT komt dan tot deze opmerkelijke conclusie:

Gezien de stand van de wetenschap en de verwachting dat die op korte termijn de duiding van het belang niet wezenlijk zal veranderen én gelet op de huidige epidemiologie van COVID-19 in Nederland, vindt het OMT dat de discussie over het al dan niet toepassen van niet-medische mondneuskapjes buiten proportie is geraakt. Dit vertroebelt een goede afweging van het mogelijke belang. Daarmee wordt ook de algemene communicatie over de vele te nemen noodzakelijke stappen in deze fase van de uitbraak (te beginnen met vermijd drukte en houd 1,5 m afstand) onduidelijk en gepolariseerd op een wijze die de belangrijke boodschappen verstoort. Het OMT roept de beleidsmakers op om – gegeven de beschreven onzekerheden – tot een standpunt te komen dat ondubbelzinnig helderheid geeft over toepassing van mondneuskapjes in de publieke ruimte.”

Het is niet echt duidelijk wat het OMT hier bedoelt met “buiten proportie is geraakt”. Het OMT lijkt hier toch echt te suggereren dat de roep om mondkapjes niet gebaseerd is op wetenschappelijke feiten maar op basis van populistische emotie gestoeld op irrationele angst. Verder is de boodschap helder: de politiek moet een besluit nemen dat “helderheid” biedt, want de wetenschap kan die helderheid niet bieden. Met andere woorden, het bewijs is er niet – anders zou het OMT het zeker hebben geleverd.

Het OMT merkt daarbij voorts nog op: “Ook is van belang te realiseren dat niet-medische mondneuskapjes niet zijn bedoeld voor continu gebruik over de hele dag. In situaties waar langdurig gebruik noodzakelijk wordt geacht zoals in sommige contactberoepen, dient een alternatief zoals faceshield overwogen te worden. Ten slotte, elke brede toepassing onder de bevolking dient vergezeld te gaan van een goede voorlichting over juist gebruik!”

Deze conclusies kunnen met geen mogelijkheid worden opgevat als een advies van het OMT om een mondneuskapplicht in te stellen. In de toelichting bij de Ministeriële Regeling staat niettemin: “Volgens het OMT-advies van 13 oktober 2020 hebben niet-medische mondkapjes … mogelijk een positief effect om de verspreiding van het virus tegen te gaan, met name door presymptomatische verspreiding vanuit de drager van het mondkapje.” Dit is, in één woord, volksverlakkerij.

Vermeldenswaard is verder nog dat op 24 juli 2020 het OMT in een advies heeft gesteld dat er met de huidige stand van de wetenschap geen steun is voor niet-medische mondkapjes in de publieke ruimte om het coronavirus tegen te gaan. Het OMT stelde op 24 juli dat de zorgen omtrent schijnveiligheid door het gebruik van mondkapjes niet zijn weggenomen. In een bericht op Twitter vatte de Minister de Kamerbrief over dit OMT-advies als volgt samen: “Gezien het OMT-advies is er vanuit gezondheidsperspectief geen reden om een mondkapje landelijk te verplichten.”

Het ECDC-artikel – kritische analyse

De Ministeriële Regeling leunt zeer sterk op één studie, van de ECDC, zoals blijkt uit de toelichting bij de Regeling:

Volgens het advies van het Outbreak Management Team (OMT) van 4 mei 2020 volgt uit een publicatie [dit is de ECDC-publicatie] dat niet-medische mondkapjes de verspreiding van het virus tegen kunnen gaan in situaties waarin voldoende afstand houden niet altijd lukt, zoals in het openbaar vervoer. … Volgens de publicatie houden de meeste materialen in niet-medische mondkapjes druppels die geproduceerd worden door de drager van het mondkapje in enige mate tegen. Veel mondkapjes zorgen op deze manier voor bescherming van de omgeving als een patiënt met het virus een niet-medisch mondkapje draagt. Volgens het OMT-advies van 13 oktober 2020 hebben niet-medische mondkapjes daarmee mogelijk een positief effect om de verspreiding van het virus tegen te gaan, met name door presymptomatische verspreiding van het virus vanuit de drager van het mondkapje.”

Dit ECDC-artikel is, samen met een studie van de WHO (zie hieronder) de enige wetenschappelijke referentie die in de Ministeriële Regeling wordt gegeven. De mondkapjesplicht is, met andere woorden, grotendeels gebaseerd op dit artikel.

Volgens het advies van het OMT zou uit dit ECDC-artikel blijken dat “niet-medische mondkapjes de verspreiding van het virus tegen gaan.” Wanneer we het artikel erbij pakken, blijkt echter dat het ECDC deze stelling helemaal niet inneemt!

De auteurs van de ECDC-studie maken onderscheid tussen medische mondmaskers en niet-medische mondmaskers.

Over de niet-medische mondkapjes stelt het ECDC-artikel onomwonden: Er zijn geen aanwijzingen dat niet-medische mondmaskers of andere gezichtsbedekkingen een effectief middel voor ademhalingsbescherming zijn voor de drager van het masker. Over het geheel genomen bleken verschillende niet-medische mondmaskers een zeer laag filterrendement te hebben (2–38%). In één onderzoek bleek het gebruik van katoenen chirurgische maskers een hoger risico op penetratie van micro-organismen en influenza-achtige ziekteverwekkers op te leveren dan niet-gebruik van maskers.”

Voor wat betreft verspreiding van het virus meldt het ECDC-artikel: “Er is beperkt indirect bewijs waaruit blijkt dat van verschillende materialen vervaardigde niet-medische mondmaskers de afgifte van door hoesten vrijkomende ademhalingsdruppels in de omgeving kunnen verminderen, maar er zijn aanwijzingen dat niet-medische mondmaskers als middel voor beheersing bij de bron minder effectief zijn dan medische maskers. Er zijn geen vastgestelde normen voor zelfgemaakte niet-medische mondmaskers. Een van de voordelen van niet-medische mondmaskers van stof of ander textiel is dat ze gemakkelijk kunnen worden gemaakt en kunnen worden gewassen en hergebruikt.”

Wat is dat “beperkt indirect bewijs”? Het blijkt te gaan om één onderzoek – alweer uit China (!) – waarin een verband werd gelegd tussen het dragen van een mondmasker en een lager risico op SARS bij personen zonder bekend contact met SARS-patiënten. Daarbij wordt echter expliciet vermeld dat het “niet bekend is of het gebruik van deze maskers in de openbare ruimte verband houdt met de lagere COVID-19-percentages die in sommige van deze landen worden waargenomen”, omdat maskergebruik “slechts een van de vele responsmaatregelen en -praktijken is die in deze landen zijn toegepast” en daar meer aandacht wordt besteed aan praktijken op het gebied van ademhalingsetiquette en handhygiëne dan elders.

Een objectieve lezer kan alleen maar concluderen dat er géén bewijs is dat mondkapjes virusverspreiding tegengaan. Als het ECDC-rapport met slechts één studie aan komt, waarvan letterlijk wordt gezegd dat het “niet bekend is of het gebruik van deze maskers in de openbare ruimte verband houdt met de lagere COVID-19-percentages die in sommige van deze landen worden waargenomen”, kun je niet zeggen dat er sprake is van bewijs.

Maar ook voor wat betreft medische mondmaskers maakt het ECDC artikel duidelijk dat er nauwelijks bewijs is dat deze effectief zijn tegen overdracht van virussen in druppels:

“Medische mondmaskers worden aanbevolen als middel voor controle aan de bron voor symptomatische personen, om de verspreiding van ademhalingsdruppeltjes door hoesten of niezen te voorkomen…. . Het is aangetoond dat bij gebruik van medische maskers voor beheersing aan de bron minder ademhalingsdruppeltjes met respiratoire virussen vrijkomen [sic], zodat het gebruik ervan wordt aanbevolen om de overdracht van tuberculose en influenza te beperken.”

Verder meldt het ECDC artikel:

“Er zijn tegenstrijdige onderzoeksbevindingen met betrekking tot het beschermende effect voor de drager van medische mondmaskers als het om influenza-achtige ziekten (IAZ) en door laboratoriumonderzoek bevestigde influenza in huishoudens gaat. Vanwege het gebrek aan bewijs wordt tot dusver niet aanbevolen dat mensen die niet ziek zijn of geen zorg verlenen aan een patiënt een masker dragen om de overdracht van influenza of COVID-19 te verminderen.”

Met andere woorden, het ECDC artikel stelt dat a) een medisch mondkapje kan leiden tot het vrijkomen van “minder ademhalingsdruppeltjes” bij symptomatische personen en b) dat er geen bewijs is dat een medisch mondkapje bescherming biedt aan de drager ervan. We kunnen hieruit concluderen dat het verplicht stellen van medische mondkapjes – laat staan niet-medische mondkapjes – aan niet-symptomatische personen geen wetenschappelijke onderbouwing heeft.

Daarbij zij opgemerkt, zoals hierboven al is geconstateerd, dat het ECDC-artikel geen betrekking heeft op verspreiding van virusdeeltjes, maar op de verspreiding van ademhalingsdruppels. Dit is een cruciaal punt. Feit is namelijk dat corona- en influenza-virussen zich niet alleen via druppels verspreiden, maar ook – en waarschijnlijk vóóral, zoals we nog zullen zien – via aerosolen.

De onderzoekers erkennen later in het rapport ook dat verspreiding mogelijk is via aerosolen, maar de mate waarin dat gebeurt, wordt niet gekwantificeerd. Zo staat er te lezen: “In de meeste gevallen wordt aangenomen [sic] dat coronavirussen van persoon op persoon worden overgedragen via grote ademhalingsdruppels … Andere routes die betrokken zijn bij transmissie van coronavirussen zijn onder meer contact met besmette fomieten en inademing van aerosolen die worden geproduceerd tijdens aerosolgenererende procedures.”

Is dat niet merkwaardig? Het ECDC-rapport, dat op 1 april 2020 verscheen, erkent dat virusoverdracht van aerosolen voorkomt. Het OMT-advies van 4 mei 2020, dat leunt op dit rapport, ontkent dit glashard, zoals we hierboven hebben gezien!

Terzijde: wanneer gesproken wordt over “grote ademhalingsdruppels”, zou bij leken de indruk kunnen ontstaan dat het gaat om een soort waterdruppels. Wanneer wetenschappers het hebben over “druppels”, dan bedoelen ze ieder deeltje dat groter is dan 5 micron. Een micron is een-tienduizendste millimeter, veel kleiner dan je met het blote oog kunt zien.

Dit is echter nog niet het hele verhaal, want wat de Ministeriële Regeling ook niet vermeldt is dat in het ECDC rapport diverse waarschuwingen te vinden zijn omtrent de gevaren en risico’s van het dragen van mondkapjes!

Zo stelt het ECDC artikel: “Het gebruik van mondmaskers kan een vals gevoel van veiligheid geven, wat leidt tot suboptimale fysieke afstand, slechte ademhalingsetiquette en handhygiëne – en zelfs niet thuisblijven als iemand ziek is.”

En: “Het risico bestaat dat onjuiste verwijdering van het mondmasker, de omgang met een besmet mondmasker of een sterkere neiging om het gezicht aan te raken tijdens het dragen van een mondmasker door gezonde personen het risico op overdracht juist vergroot.”

Gemakshalve worden deze overwegingen in de toelichting van de Ministeriële Regeling onbesproken gelaten. Uit de toelichting blijkt nergens dat afwegingen omtrent negatieve effecten een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de wetgeving.

Ondanks dat het ECDC-artikel geen enkele blijk geeft van een direct positief effect van het mondkapje op het tegengaan van virusverspreiding, stellen de Ministers (blijkens de toelichting van de Regeling) zich op het standpunt dat de mondkapjesplicht – voor de gehele bevolking, ook voor personen zonder symptomen – noodzakelijk is alsmede dat het een bijdrage levert aan het “bewustzijn” met betrekking tot het virus, waarbij het onder meer als een instrument van positieve gedragsbeïnvloeding is gepresenteerd, hetgeen expliciet wordt weersproken in het ECDC-artikel.

ECDC-artikel – update februari 2021 – kritische analyse

Op 15 februari 2021 verscheen een update van de ECDC-rapportage: Using face masks in the community – first update.

Hoewel de Ministeriële Regeling niet is gebaseerd op dit rapport – het verscheen immers later – willen wij het hier toch bespreken, omdat het gaat om een update van het ECDC-rapport dat de belangrijkste wetenschappelijke grondslag vormt van de Regeling.

Wat heeft het ECDC dit keer te melden? De belangrijkste conclusie van de ECDC-update luidt: “In gebieden waar COVID-19 heerst, wordt het dragen van een medisch of niet-medisch gezichtsmasker aanbevolen in besloten openbare ruimtes en kan worden overwogen in drukke buitenomgevingen.”

Dat lijkt helder, maar bekijken we het rapport in meer detail dan blijkt deze aanbeveling (opnieuw) in het geheel niet wetenschappelijk onderbouwd te zijn. Het is een “beleidsaanbeveling”, die de beleidsmakers wellicht graag willen horen – geen wetenschappelijke conclusie gebaseerd op deugdelijk medisch onderzoek.

Het ECDC onderscheidt drie typen maskers: medische, niet-medische en “respirators” oftewel maskers met een filter (zoals FFP2-maskers, in de V.S. N95 maskers genoemd).

types of face masks

Over de FFP2-maskers die in sommige landen verplicht zijn, kunnen we kort zijn. Het ECDC raadt het dragen van deze maskers af. Dit ten eerste omdat er geen bewijs is dat ze werken in niet-medische omstandigheden (buiten het ziekenhuis) en ook omdat het in het dagelijkse leven onmogelijk is om ze correct te gebruiken.

Wat betreft de niet-medische maskers, bijvoorbeeld de stoffen maskers waar bijvoorbeeld onze politieagenten zich mee plegen te tooien, en die expliciet worden voorgeschreven in de Ministeriële Regeling, is het ECDC ook duidelijk. Het ECDC erkent dat de “zekerheid” die door wetenschappelijk onderzoek wordt geboden over deze maskers “zeer laag” is.

Dat is een understatement voor: nul zekerheid. De ECCD voert namelijk in haar rapportage geen enkel goed wetenschappelijk onderzoek aan dat het nut van deze maskers aantoont.

Dat het ECDC desalniettemin het dragen van deze mondmaskers aanbeveelt, en zelfs letterlijk zegt dat er “geen voorkeur kan worden uitgesproken tussen medische en niet-medische maskers”, is bizar, maar ook belangwekkend. Wetenschappelijk kan niet worden aangetoond, dat niet-medische maskers werken. Toch verdienen medische maskers niet de voorkeur volgens het ECDC. Dat impliceert dat het sowieso niets uitmaakt wat voor soort masker je draagt – ze werken allemaal niet.

Het is daarnaast van belang om nogmaals te benadrukken dat de Ministeriële Regeling het dragen van niet-medische maskers voorschrijft, ten aanzien waarvan volgens de ECDC zelf geen bewijs is dat ze werken.

Wat schrijft het ECDC dan over het medische masker?

Eerste belangrijke punt: een medisch masker wordt door het ECDC gedefinieerd als een “disposable medical device”, dat wil zeggen, een “wegwerpding”, bedoeld voor eenmalig gebruik.

Dit is een cruciaal punt dat door de politiek, het RIVM en de dragers van deze maskers compleet wordt genegeerd: je mag een medisch masker maar één keer gebruiken! En liefst niet al te lang – de norm is ongeveer twee uur. Gebruik je hem vaker – en dat doet in de dagelijkse praktijk vrijwel iedereen – dan wordt hij een bron van ziektehaarden. We komen hier nog op terug.

Het ECDC stelt verder dat het medische masker “wordt gebruikt door zorgpersoneel om te voorkomen dat grote ademhalingsdruppels en spatten de mond en neus van de drager bereiken en als middel om de verspreiding van grote ademhalingsdruppels door de drager te voorkomen.”

Ook dit is een heel belangrijke omschrijving. Hij impliceert namelijk dat het medische masker niet geschikt is om aerosolen, die vele malen kleiner zijn dan ademhalingsdruppels, tegen te houden. Tegelijkertijd erkent het ECDC in zijn rapport dat het virus wel degelijk ook wordt verspreid door aerosolen: “In de meeste gevallen wordt aangenomen dat SARS-CoV-2 voornamelijk van persoon op persoon wordt overgedragen via grote ademhalingsdruppels en aerosolen die worden geproduceerd bij het ademen, praten of hoesten, hetzij door inademing of door afzetting op slijmvliezen.”

We kunnen dus meteen al vaststellen dat de werking van mondmaskers hoe dan ook beperkt is. Ze zullen nooit in staat zijn virusoverdracht door aerosolen te voorkomen.

Wat voor bewijs voert het ECDC aan dat “correct gebruik” van medische mondmaskers niettemin enige effectiviteit heeft? Welnu, dat bewijs is zeer pover. De “zekerheid” van het bewijs wordt door het ECDC zelf omschreven als “laag tot matig” en de effectiviteit van de mondmaskers wordt eveneens omschreven als “laag tot matig”!

Het ECDC vat de bewijsvoering ten aanzien van medische mondmaskers als volgt samen:

“De meeste, maar niet alle, onderzoeken tonen een gunstig effect aan voor medische gezichtsmaskers ter bescherming tegen COVID-19. Dit effect was echter niet statistisch significant in verschillende onderzoeken en de kwaliteit van het bewijs werd in verschillende onderzoeken als laag beoordeeld, dus de resultaten moeten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.”

 “Door te kijken naar het bewijs uit onderzoeken in gezondheidszorgomgevingen of andere ziekten dan COVID-19 (d.w.z. influenza en andere respiratoire virale infecties), werd de zekerheid van het bewijs niet verbeterd. Sommige van deze studies laten een statistisch significant gunstig effect zien en andere een niet-statistisch significant gunstig effect, terwijl enkele studies een ongunstig effect laten zien voor het gebruik van medische gezichtsmaskers. Bovendien kunnen deze bevindingen niet direct worden geëxtrapoleerd naar COVID-19 en niet-medische omstandigheden, waardoor het moeilijk wordt om conclusies te trekken uit deze onderzoeken voor de preventie van COVID-19 in de samenleving.”

 “De grote verschillen in de methodologie van de verschillende studies maken het moeilijk om resultaten te generaliseren naar alle niet-medische omstandigheden en om verschillende studies of omgevingen met elkaar te vergelijken. Er zijn aanvullende studies van hoge kwaliteit nodig om de relevantie van medische gezichtsmaskers bij de COVID-19-pandemie te onderzoeken.”

Dit is dan de conclusie na een jaar “pandemie”: “Er moet meer onderzoek komen.”

En dit is de basis voor het ECDC om het dragen van mondkapjes aan te bevelen!

Kijken we in wat meer detail naar wat er verder over medische mondkapjes te berde wordt gebracht in het rapport, dan zien we waarom het ECDC niet met hardere conclusies kan komen.

De belangrijkste vorm van bewijsvoering in de geneeskunde is de “randomized controlled trial” (RCT). De ECDC kon slechts één RCT vinden gericht op het coronavirus – en die had een resultaat dat niet statistisch significant was.

Deze studie onderzocht bovendien niet de effecten op verspreiding van het virus, alleen de effecten op bescherming tegen het virus. Dit terwijl voor een rechtvaardiging van een mondkapjesplicht juist dat eerste van belang is. Immers, wie een mondkapje wil dragen om zichzelf te beschermen kan dat altijd doen. Dwang kan alleen worden gerechtvaardigd als daar verspreiding mee wordt voorkomen. Er is dus, zo blijkt uit het ECDC rapport, geen enkel goed onderzoek dat aantoont dat dit het geval is.

Sterker, het enige goede onderzoek dat er is, laat juist géén resultaat zien. Wat het ECDC echter vergeet te melden is dat “géén resultaat” ook resultaat is! Als het masker zou werken, zou uit deze RCT immers wel resultaat zijn gekomen.

Het ECDC sleept er nog wel een paar studies bij die positieve effecten zouden aantonen, maar steeds wordt er weer bij gezegd dat het om onbetrouwbare studies gaat, waar niet teveel conclusies aan kunnen worden verbonden. Ze zeggen er niet precies bij wat het voor studies zijn, maar je moet daarbij denken aan laboratoriumopstellingen of studies die werken met vragenlijsten die ze door mensen laten invullen.

Het ECCD heeft ook nog studies bekeken naar de effecten van medische maskers op andere virussen dan corona, zoals influenza. Hierbij vonden ze 8 RCTs, waarvan er geen enkele een statistisch significant effect liet zien in wat ze noemen “community settings”, dat wil zeggen, buiten het ziekenhuis om.

In ziekenhuis-situaties werden wel enige positieve resultaten gevonden, maar ook hier gold weer dat “de zekerheid van de bewijsvoering van deze studies werd beoordeeld als laag in verband met het risico van ‘bias’ en ‘indirectness’.”

Ook nu weer vergeet het ECDC te melden dat het feit dat er 8 RCTs zijn die geen resultaat opleveren, boekdelen spreekt. In totaal zijn er 9 RCTs geweest, die geen resultaat hebben opgeleverd. Daaruit kunnen we alleen maar concluderen dat er geen bewijs is dat medische maskers werken tegen virusoverdracht.

Het is verbijsterend dat het ECDC op basis van dit “bewijsmateriaal” het verantwoord vindt om het dragen van medische én niet-medische (!) maskers aan te bevelen in “besloten publieke ruimten (zoals winkels, supermarkten en openbaar vervoer)” en in “drukbezochte plekken buitenshuis”.

Daarbij stelt het ECDC dat er “geen bewijs is dat het dragen van een gezichtsmasker respiratoire of andere ziektes verergert”, hoewel wel wordt erkend dat mensen die gezichtsmaskers dragen “gevoelens van angst kunnen ervaren en moeilijkheden kunnen ondervinden bij het ademhalen”. Ook wordt erkend dat er veel indicaties zijn dat er huidproblemen kunnen ontstaan, dat “nauwsluitende” gezichtsmaskers kunnen leiden tot “hoofdpijnen”, en dat gezichtsmaskers “communicatie kunnen hinderen”.

Over psychische effecten en de effecten op kinderen geen woord in het rapport. Het is duidelijk dat het ECDC daar niet naar heeft gekeken. Onder het motto: het zijn maar kinderen?

De vraag is natuurlijk hoe goed de ECDC-onderzoekers de literatuur hebben onderzocht. Dat is voor een buitenstaander moeilijk te achterhalen. Het rapport moet een meta-analyse voorstellen, maar telt slechts 51 referenties, terwijl er vele onderwerpen worden besproken: FFP2-maskers, medische maskers, niet-medische maskers, gezichtsschermen, enzovoort. Met betrekking tot schadelijke effecten wordt slechts een handjevol referenties gegeven.

Om te kijken hoe representatief het onderzoek is, hebben we een kleine check gedaan. In ons literatuuroverzicht op Ademvrij.NU zijn 39 wetenschappelijke referenties te vinden die laten zien dat mondmaskers niet werken. (Er staat nog veel meer documentatie op, maar dit zijn allemaal oorspronkelijke artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften). Daarvan wordt er in het ECDC rapport welgeteld 1 (één) aangehaald. De 38 andere niet.

We hebben er ook nog een ander belangrijk wetenschappelijk artikel bijgehaald om te kijken hoe degelijk de analyse van het ECDC is. Het betreft een overzichtsartikel van Dr. Lisa Brosseau en Dr Margaret Sietsema van de University of Illinois in Chicago, erkende experts op het gebied van respiratoire bescherming en infectieziekten. (Lisa M. Brosseau, Margaret Sietsema, “Commentary: Masks-for-all for COVID-19 not based on sound data”, Center for Infectious Disease Research and Policy, 1 April 2020, https://www.cidrap.umn.edu/news-perspective/2020/04/commentary-masks-all-covid-19-not-based-sound-data)

Op basis van uitgebreid literatuuronderzoek en praktijkervaring raden deze twee experts het dragen van medische en niet-medische (stoffen) maskers af, omdat, zo schrijven zij, “er geen wetenschappelijk bewijs is dat ze effectief zijn in het verminderen van het risico op SARS-CoV-2-overdracht.” Dit artikel telt 62 wetenschappelijke referenties. Hiervan worden er 14 ook aangehaald in het ECDC-onderzoek, maar 48 niet.

Hoewel het ECDC-rapport zijn eigen aanbeveling om gezichtsmaskers te dragen dus niet wetenschappelijk kan onderbouwen, zouden beleidsmakers zich niettemin kunnen beroepen op het feit dat het ECDC die aanbeveling doet. Maar als zij dat doen, dan moeten ze wel consequent zijn en álle aanbevelingen van het ECDC volgen.

Dan moeten ze dus ook de volgende aanbeveling uit het ECDC-rapport ter harte nemen. Die luidt: “Het correcte gebruik van gezichtsmaskers en het bevorderen van correct gebruik [door de autoriteiten] zijn cruciaal voor de effectiviteit van deze maatregel en kunnen worden verbeterd door middel van voorlichtingscampagnes.”

Hoe ziet dat correcte gebruik eruit volgens het ECDC? “Het gezichtsmasker moet het gezicht volledig bedekken vanaf de neusbrug tot aan de kin,” zo staat er in het rapport. “Het masker moet correct worden afgesteld op de neusbrug en op het gezicht om de open ruimte tussen het gezicht en het masker te minimaliseren. Handen moeten worden gereinigd met water en zeep of handdesinfectiemiddel op alcoholbasis voordat u het gezichtsmasker opzet en afdoet. Het gezichtsmasker moet van achteren worden verwijderd wanneer u het afdoet; het aanraken van de voorkant moet worden vermeden. Wegwerp gezichtsmaskers, b.v. medische gezichtsmaskers, moeten na gebruik veilig worden weggegooid. Onmiddellijk na het verwijderen van het gezichtsmasker, moeten de handen worden gewassen of op alcohol gebaseerde handdesinfectie worden aangebracht.”

Het ECDC wijst erop dat de eisen voor vervaardiging en gebruik van medische maskers zijn vastgelegd in Europese normen, in Nederland vertaald in zogeheten NEN-normen. In de NEN-norm voor medische gezichtsmaskers[6] staat hierover onder meer het volgende: “Aangezien gebruikte maskers als zeer besmet worden beschouwd, is het van essentieel belang dat het masker niet wordt aangeraakt door de vingers/handen van de drager; de handen worden gedesinfecteerd (volledige hand-desinfectie) na het afnemen van het masker; een masker wordt gedragen dat de neus en mond van de drager bedekt, dat op geen enkel moment om de nek van de drager hangt. Een gebruikt masker moet worden weggegooid wanneer het niet meer nodig is of tussen twee procedures in; wanneer er opnieuw behoefte aan bescherming is, moet een nieuw masker worden opgezet.”

Het is duidelijk dat dergelijke procedures alleen kunnen worden gevolgd in ziekenhuizen of verpleeghuizen. Daar zijn ze ook voor bedoeld. In het dagelijkse leven is het simpelweg onmogelijk om deze richtlijnen te volgen – en er is ook niemand die dat doet. Noch vindt de overheid het nodig om een voorlichtingscampagne te voeren over het correcte gebruik van mondkapjes, terwijl dit door het ECDC als “essentieel” wordt aangemerkt.

Dit heeft verstrekkende implicaties. Zoals uit de NEN-norm blijkt, leidt incorrect gebruik namelijk tot méér besmettingen. De NEN-norm wijst er immers op dat eenmaal gebruikte medische mondkapjes als “zeer besmet” moeten worden beschouwd. De mondkapjesplicht in het dagelijks gebruik stelt de bevolking dus bloot aan een gevaar, namelijk een hogere kans op besmetting met het coronavirus. Dat is ook ongetwijfeld de reden dat het dragen van mondkapjes per saldo een negatief effect heeft op besmettingen, zoals onlangs nog is bevestigd door het RIVM.

Het WHO-onderzoek – een kritische analyse

Op 1 juni 2020 verscheen een studie van de WHO, “Physical distancing, face mask, eye protection to prevent person-to-person transmission of SARS cov2 and COVID-19. A Systematic review and meta analyse”. Chu et al, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7263814/
Deze studie vond wel enig effect van mondkapjes en werd prompt door beleidsmakers overal ter wereld beschouwd als rechtvaardiging voor mondkapjesverplichtingen. De studie heeft van onafhankelijke reviewers echter veel kritiek gehad.

De kritiek is onder meer samengevat door het onafhankelijke instituut Swiss Policy Research:

-Van de 29 studies die werden geanalyseerd in de WHO-studie, bleken er zeven te zijn die nooit waren gepubliceerd en geen peer review hadden ondergaan.

-Slechts vier studies bleken betrekking te hebben op SARS-COV-2, de overige allemaal op SARS-1-virus of MERS-virus, waarbij vrijwel uitsluitend besmettingen plaatsvonden door zwaar zieke ziekenhuispatiënten, niet in de gewone samenleving.

-Van de vier studies die betrekking hadden op SARS-COV-2, werden er twee verkeerd geïnterpreteerd. Eén was niet eenduidig, de andere had betrekking op N95 (FFP2) maskers.

-De studie wordt gebruikt als basis voor regelgeving in de samenleving, maar 26 van de 29 studies hadden betrekking op ziekenhuis-situaties. Van deze drie liet er één geen effect zien van mondkapjes, was er één verkeerd geclassificeerd (die bleek ook betrekking te hebben op een ziekenhuis) en één was gebaseerd op telefoongesprekken in Beijing! Geen enkele van de drie studies had betrekking op SARS-COV-2.

-De auteurs van de studie erkennen dat de zekerheid van de bewijsvoering aangaande gezichtsmaskers “klein” is, omdat alle studies observationeel zijn en er geen enkele Randomized Controlled Trial bij zit! (Zoals we nog zullen zien, zijn er vele RCT-studies gedaan naar virusoverdracht bij influenza, die allemaal geen effect laten zien van mondkapjes. Het is raadselachtig waarom deze studies niet door de WHO zijn betrokken in het onderzoek.

Een hoge functionaris van de WHO erkende zelf op Twitter ook dat de nieuwe richtlijnen waren gebaseerd op “politeke lobby”.

Op grond van deze feiten noemde epidemioloog professor Peter Jueni van de University of Toronto de WHO studie “methodologisch gebrekkig” en “feitelijk nutteloos”.

In het artikel van Swiss Policy Research worden de gebreken van de studie in detail besproken. Zie ook dit artikel voor een grondige kritiek.

H2 Overige wetenschappelijke gegevens

Wetenschappelijk onderzoek dat de ineffectiviteit van mondkapjes aantoont

Er is in de loop der jaren veel onderzoek gedaan naar het nut van diverse soorten mondkapjes voor het tegengaan van met name het influenza-luchtwegvirus, dat zich op dezelfde manier verspreidt als het coronavirus. De conclusie uit al die onderzoeken is ondubbelzinnig: mondkapjes werken  niet.

Dat geldt zeker voor de zogenaamde medische mondkapjes (de blauw-witte stoffen kapjes) en niet-medische mondkapjes (alle andere). Een speciale categorie betreft de FFP2 of N95 maskers met filters. Deze hebben enige effectiviteit bij bescherming (maar niet bij verspreiding) maar zijn vooral bedoeld in medische settings en dienen te worden gehanteerd volgens strikte medische protocollen die in de praktijk niet haalbaar zijn en waar de Ministeriële Regeling ook niet op van toepassing is.

In de Ministeriële Regeling wordt het mondkapje omschreven als “een voorwerp dat op grond van zijn ontwerp bestemd is om in ieder geval de mond en de neusgaten volledig te bedekken teneinde de verspreiding van virussen en andere ziektekiemen tegen te gaan. Het mondkapje hoeft niet van medische kwaliteit te zijn, maar dient wel de mond en de neusgaten volledig te bedekken.” Kortom, er worden in de Regeling geen kwaliteitseisen gesteld aan de mondkapjes, op zichzelf al een opmerkelijk gegeven. Bovendien is de term mondkapjes onjuist – het gaat om mondneusmaskers.

Hieronder geven wij een (niet-uitputtend) overzicht van studies waaruit is gebleken dat mondneusmaskers niet werken om virusoverdracht te voorkomen.

*

In een studie uit 2009, Filtration Performance of FDA-Cleared Surgical Masks, werden vijf gecertificeerde medische maskers onderzocht. Conclusie van de auteurs: “surgical masks should not be used for respiratory protection”. (Filtration Performance of FDA-Cleared Surgical Masks, Samy Rengasami et al., J Int Soc Respir Prot. 2009 Spring-Summer; 26(3): 54–70)

*

Een meta-analyse gepubliceerd op 16 november 2020 in de Journal of Infectious Diseases heeft de glasheldere titel: Meta-analysis on facemask use in community settings to prevent respiratory infection transmission shows no effect. (Sergio Alejandro Gómez-Ochoa, Taulant Muka, 2020DOI:https://doi.org/10.1016/j.ijid.2020.11.139)

De auteurs reageren hierin op een eerdere studie waaruit wel een effect zou zijn gebleken: “We read with interest the systematic review and meta-analysis by Chaabna et al. aiming at synthesizing the available evidence on the effectiveness of facemasks to prevent the transmission of respiratory infections in the community setting (Chaabna et al., 2020). The authors reported an apparent benefit of facemasks use, which showed a significant reduction in the risk of influenza, influenza-like illness, severe acute respiratory syndrome coronavirus (SARS-CoV), and SARS-CoV-2 transmission (pooled OR = 0.66, 95% confidence interval: 0.54–0.81). However, there are several methodological flaws in the study that might have led to misleading conclusions. In the meta-analyses on facemasks and influenza outcomes, the authors first meta-analyzed both clinical trials and case-control/retrospective observational studies, with the last studies overestimating the effect. Second, Chaabna et al. included five studies that did not have only face mask use as an intervention but were additionally introducing other interventions such as hand hygiene in the same group (Aiello et al., 2012Aiello et al., 2010Cowling et al., 2009Simmerman et al., 2011Suess et al., 2012), a condition that limits the attribution of any observed effect to the use of facemask only. Therefore, their conclusion, “there is enough evidence that medical facemasks are effective in community settings to prevent transmission of respiratory viral infections,” is not supported by their analyses (Chaabna et al., 2020).”

De auteurs zijn opnieuw gaan kijken naar de studies waaruit nut van mondkapjes zou zijn gebleken en komen tot een tegenovergestelde conclusie: “From the ten RCTs included in Chaabna et al.’s study, five compared facemasks use alone versus a control group, while three studies compared medical facemasks use alone with the combined intervention of face mask and handwashing (Aiello et al., 2012Aiello et al., 2010Cowling et al., 2009Simmerman et al., 2011Suess et al., 2012). As observed in Figure 1, there were no significant differences between medical facemasks use only and controls in the odds of developing laboratory-confirmed influenza and influenza-like illness. Similarly, no differences in laboratory-confirmed influenza risk were observed when comparing mask use solely versus the combined intervention of face mask and handwashing, indicating that facemask as the sole intervention in the community is not associated with reducing respiratory infection. Given the studies used medical masks, cloth masks’ efficacy is expected to be even lower; a randomized cluster trial showed that respiratory infection is higher among health care personnel using cloth masks than using medical masks (MacIntyre et al., 2015).”

Wat ze dus zeggen is dat van de tien studies, er vijf uitsluitend het effect van medische maskers vergeleken met een situatie zonder maskers (in de andere studies waren er ook andere factoren betrokken, zoals handen wassen), en dat deze vijf studies geen verband lieten zien tussen maskergebruik en infecties.

*

Een artikel uit het British Medical Journal uit 2015 toont geen bewijs voor de effectiviteit van mondkapjes. https://bmjopen.bmj.com/content/5/4/e006577

(A cluster randomised trial of cloth masks compared with medical masks in healthcare workers, C Raina MacIntyre, Holly Seale, Tham Chi Dung, Nguyen Tran Hien, Phan Thi Nga, Abrar Ahmad Chughtai, Bayzidur Rahman, Dominic E Dwyer, Quanyi Wang)

*

Immunoloog Prof. dr. Carla Peeters (ex-RIVM) heeft in een serie artikelen in HP/De Tijd betoogd dat mondkapjes niet werken en dat de verspreiding van het virus juist kan toenemen door het verkeerd gebruik van mondkapjes:

https://www.hpdetijd.nl/2020-06-12/alle-ins-en-outs-over-dat-vermaledijde-mondkapje/, https://www.hpdetijd.nl/2020-06-19/veel-mensen-die-mondkapjes-dragen-ervaren-een-negatief-effect-op-de-gezondheid/, https://www.hpdetijd.nl/2020-07-01/aantonen-beschermende-werking-van-medische-mondmaskers-blijkt-niet-zo-eenvoudig/ en https://www.hpdetijd.nl/2020-07-05/stop-met-anderhalve-meter-afstand-en-het-verplicht-dragen-van-mondkapjes/

*

Op de website van Swiss Policy Research zijn diverse wetenschappelijke onderzoeken te vinden waaruit blijkt dat het wetenschappelijke bewijs dat mondkapjes werken simpelweg ontbreekt: https://swprs.org/face-masks-evidence/

*

In april 2020 stellen twee professoren van de Universiteit van Illinois dat mondkapjes zowel niet helpen om jezelf te beschermen, als niet helpen om een ander te beschermen.

https://www.cidrap.umn.edu/news-perspective/2020/04/commentary-masks-all-covid-19-not-based-sound-data door Lisa M. Brosseau, Margaret Sietsema (beide experts op het gebied van ademhalingsbescherming en besmettelijke ziekten, van de University of Chicago).

*

In april 2020 wordt in een artikel in New England Journal of Medicine door onderzoekers van de Norwich School of Medicine geconcludeerd dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is voor het wereldwijd gebruik van mondkapjes.

https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMp2006372 (Michael Klompas, M.D., P.H.,

Charles A. Morris, M.D., M.P.H., Julia Sinclair, M.B.A., Madelyn Pearson, D.N.P., R.N.,

and Erica S. Shenoy, M.D., Ph.D., Universal Masking in Hospitals in the Covid-19 Era, New England Journal of Medicine, N Engl J Med 2020; 382:e63, DOI: 10.1056/NEJMp200637)

*

Uit een meta-onderzoek uit mei 2020 van het Amerikaanse CDC blijkt dat mondkapjes geen effect hebben op het tegengaan van virusbestrijding.

https://wwwnc.cdc.gov/eid/article/26/5/19-0994_article  door Jingyi Xiao, Eunice Y. C. Shiu, Huizhi Gao, Jessica Y. Wong, Min W. Fong, Sukhyun Ryu, and Benjamin J. Cowling, Nonpharmaceutical Measures for Pandemic Influenza in Nonhealthcare Settings—Personal Protective and Environmental Measures. Emerg Infect Dis. 2020;26(5):967-975. https://dx.doi.org/10.3201/eid2605.190994)

*

Onderzoekers van de University of East Anglia concluderen in mei 2020 dat mondkapjes geen effect hebben en eerder het risico op infectie verhogen.

https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2020.05.01.20088260v1.full.pdf

(Impact of non-pharmaceutical interventions against COVID-19 in Europe: a quasi-experimental study, Paul R Hunter, Felipe J Colón-González, Julii Brainard , Steven Rushton)

*

In juli 2020 publiceert de Universiteit van Oxford een onderzoek waaruit blijkt dat mondkapjes niet effectief zijn in het voorkomen van virusverspreiding.

https://www.cebm.net/covid-19/masking-lack-of-evidence-with-politics/

(Tom Jefferson, Carl Heneghan, Masking lack of evidence with politics, 23 juli 2020, The Centre for Evidence-Based Medicine)

*

In juli 2020 blijkt uit Japans onderzoek door Kazunari Onishi, associate professor, St. Luke’s International University in Tokyo, dat mondkapjes ‘nul’ bescherming bieden bij de bescherming tegen het coronavirus.

http://www.asahi.com/ajw/articles/13523664.

*

In augustus 2020 wordt een Duits onderzoek gepubliceerd, waaruit blijkt dat mondkapjes geen effect hebben op het voorkomen van virusverspreiding, maar dat ondeskundig gebruik van mondkapjes juist kan leiden tot een toename van het aantal infecties.

https://www.thieme-connect.com/products/ejournals/html/10.1055/a-1174-6591

(Ines Kappstein, Mund-Nasen-Schutz in der Öffentlichkeit: Keine Hinweise für eine Wirksamkeit, Krankenhaushygiene up2date 2020; 15(03): 279-295
DOI: 10.1055/a-1174-6591)

*

Uit onderzoek van het Amerikaanse CDC blijkt dat 85 procent van de mensen die geïnfecteerd is geraakt met het coronavirus altijd (70 procent) of vaak (15 procent) een mondneusmasker draagt. Het dragen van een masker verkleint de kans op infectie dus niet.

https://www.cdc.gov/mmwr/volumes/69/wr/pdfs/mm6936a5-H.pdf#page=4

(Kiva A. Fisher et al, Community and Close Contact Exposures Associated with COVID-19 Among Symptomatic Adults ≥18 Years in 11 Outpatient Health Care Facilities — United States, July 2020)

*

Onderzoeken waaruit enig effect van mondkapjes blijkt, zijn vaak discutabel, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een zwakke methodologische basis of omdat het onderzoek feitelijk het tegenovergestelde bewijst als wordt beweerd. Zie https://swprs.org/face-masks-evidence/, https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(20)31142-9/fulltext (Derek K. Chu et al, Physical distancing, face masks, and eye protection to prevent person-to-person transmission of SARS-CoV-2 and COVID-19: a systematic review and meta-analysis, The Lancet, VOLUME 395, ISSUE 10242, P1973-1987, JUNE 27, 2020)

*

Een meta-analyse van in totaal 14 randomised trials in juli 2020 toonde geen verschil in optreden van Influenza of influenze-gerelateerde ziekten tussen wel of niet dragen van mondkapje in gezondheidszorg of community settings. Ook geen verschil tussen FFP2 en medische maskers. De onderzoekers stelden bovendien dat de schadelijke effecten van maskers zijn ondergerapporteerd. (Cochrane systematic review, Update in juli 2020 https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2020.03.30.20047217v2.full.pdf Physical interventions to interrupt or reduce the spread of respiratory viruses. Part 1 – Face masks, eye protection and person distancing: systematic review and meta-analysis T. Jefferson , M.A. Jones, Al-Ansary, Bawazeer, Beller, Clark, Conly, Del Mar, Dooley, Ferroni, Glasziou, Hoffmann, Thorning, van Driel)

*

In een studie uit 2020 werden 10 RCT’s [randomized controlled trials] geïdentificeerd die de effectiviteit bestudeerden van gezichtsmaskers op het verminderen van de infecties van het influenzavirus in de gemeenschap van 1946-2018. De studie maakte geen onderscheid naar het type masker, maar wel naar het soort masker in combinatie met handhygiëne. De auteurs concludeerden dat er geen significante vermindering was van de overdracht van de griep met het gebruik van gezichtsmaskers. ( Xiao J et al. 2020 Nonpharmaceutical Measures for Pandemic Influenza in Nonhealthcare Settings—Personal Protective and Environmental Measures. Emerg. Infect. Dis. 26, 967–975.)

*

Andere studies die betrekking hebben op medische maskers en geen effectiviteit lieten zien:

  • Ritter et al., in 1975, found that “the wearing of a surgical face mask had no effect upon the overall operating room environmental contamination.”
  • Ha’eri and Wiley, in 1980, applied human albumin microspheres to the interior of surgical masks in 20 operations. At the end of each operation, wound washings were examined under the microscope. “Particle contamination of the wound was demonstrated in all experiments.”
  • Laslett and Sabin, in 1989, found that caps and masks were not necessary during cardiac catheterization. “No infections were found in any patient, regardless of whether a cap or mask was used,” they wrote. Sjøl and Kelbaek came to the same conclusion in 2002.
  • In Tunevall’s 1991 study, a general surgical team wore no masks in half of their surgeries for two years. After 1,537 operations performed with masks, the wound infection rate was 4.7%, while after 1,551 operations performed without masks, the wound infection rate was only 3.5%.
  • A review by Skinner and Sutton in 2001 concluded that “The evidence for discontinuing the use of surgical face masks would appear to be stronger than the evidence available to support their continued use.”
  • Lahme et al., in 2001, wrote that “surgical face masks worn by patients during regional anaesthesia, did not reduce the concentration of airborne bacteria over the operation field in our study. Thus they are dispensable.”
  • Figueiredo et al., in 2001, reported that in five years of doing peritoneal dialysis without masks, rates of peritonitis in their unit were no different than rates in hospitals where masks were worn.
  • Bahli did a systematic literature review in 2009 and found that “no significant difference in the incidence of postoperative wound infection was observed between masks groups and groups operated with no masks.”
  • Surgeons at the Karolinska Institute in Sweden, recognizing the lack of evidence supporting the use of masks, ceased requiring them in 2010 for anesthesiologists and other non-scrubbed personnel in the operating room. “Our decision to no longer require routine surgical masks for personnel not scrubbed for surgery is a departure from common practice. But the evidence to support this practice does not exist,” wrote Dr. Eva Sellden.
  • Webster et al., in 2010, reported on obstetric, gynecological, general, orthopaedic, breast and urological surgeries performed on 827 patients. All non-scrubbed staff wore masks in half the surgeries, and none of the non-scrubbed staff wore masks in half the surgeries. Surgical site infections occurred in 11.5% of the Mask group, and in only 9.0% of the No Mask group.
  • Lipp and Edwards reviewed the surgical literature in 2014 and found “no statistically significant difference in infection rates between the masked and unmasked group in any of the trials.” Vincent and Edwards updated this review in 2016 and the conclusion was the same.
  • Carøe, in a 2014 review based on four studies and 6,006 patients, wrote that “none of the four studies found a difference in the number of post-operative infections whether you used a surgical mask or not.”
  • Salassa and Swiontkowski, in 2014, investigated the necessity of scrubs, masks and head coverings in the operating room and concluded that “there is no evidence that these measures reduce the prevalence of surgical site infection.”
  • Da Zhou et al., reviewing the literature in 2015, concluded that “there is a lack of substantial evidence to support claims that facemasks protect either patient or surgeon from infectious contamination.”
  • Use of Surgical Masks in the Operating Room: A Review of the Clinical Effectiveness and Guidelines 19 November 2013 Key Messages: No evidence was found to support the use of surgical face masks to reduce the frequency of surgical site infections. No evidence was found on the effectiveness of wearing surgical face masks to protect staff from infectious material in the operating room. Guidelines recommend the use of surgical face masks by staff in the operating room to protect both operating room staff and patients (despite the lack of evidence).

*

Een gerandomiseerde, gecontroleerde Deense studie die in november 2020 in de Annals of Internal Medicine werd gepubliceerd, gaf ook aan dat de verplichting van mondkapjes geen waarneembaar effect heeft. (H. Bundgaard and J.S. Bundgaard. Effectiveness of adding a mask recommendation to other public health measures to prevent Sars-CoV-2 infection in Danish mask wearers. Annals of International Medicine, 2020. Zie ook prof. Ronald Meester, “Statistische analyse van Deens onderzoek laat zien dat mondkapjes niet werken”, 25 april 2021, Ademvrij.NU.

 *

In augustus 2020 veegde prof. dr. Ines Kappstein, hoogleraar Ziekenhuishygiène en Bacteriologie, jarenlang Chefärztin der Abteilung Krankenhaushygiene an den Kliniken Südostbayern AG der Landkreise Traunstein und Berchtesgadener Land, èn gepromoveerd op Ziekenhuishygiène, de vloer aan met de aanbevelingen rondom de verspreiding van het SARS-CoV-19 van de WHO, het CDC, het ECDC, en het Duitse Robert Koch instituut. Zij deed dat in een CME-geaccrediteerde nascholing voor ziekenhuishygiënisten. Samenvattend stelt Kappstein  dat werkzaamheid ter voorkoming van besmettingen met SARS-CoV-19 door mondkapjes in de publieke ruimte zeer waarschijnlijk nul is, en bepaald niet zonder risico’s. (Bron: https://www.janbhommel.com/post/mondkappennou)

*

Prof. Andreas Sönnichsen schreef in een open brief in maart 2020 dat er consensus bestond onder wetenschappers dat maskers de verspreiding van infecties van de luchtwegen niet kunnen voorkomen.

*

De Association of American Physicians and Surgeons stelde vast dat niet-medische mondkapjes geen bescherming bieden tegen het coronavirus en waarschuwt zelfs voor de negatieve gevolgen van het dragen van een mondkapje.

Association of American Phycicians and Surgeons: https://aapsonline.org/mask-facts/, zie voor de negatieve gevolgen van mondkapjes onder meer: https://engineering.stanford.edu/magazine/article/covid-19-prompts-team-engineers-rethink-humble-face-mask.

*

Dit overzicht is samengesteld door de Amerikaanse anesthesioloog Marilyn M. Singleton.

Singleton schrijft: “Early in the COVID-19 pandemic, the WHO, the CDC and NIH’s Dr. Anthony Fauci discouraged wearing masks as not useful for non-health care workers. Now they recommend wearing cloth face coverings in public settings where other social distancing measures are hard to do (e.g., grocery stores and pharmacies). The recommendation was published without a single scientific paper or other information provided to support that cloth masks actually provide any respiratory protection.” De website van de Association biedt een uitgebreid literatuuroverzicht met talloze studies. Uit de meeste blijkt dat de meeste mondmaskers (en dit geldt ook voor medische maskers) niet geschikt zijn om virusoverdracht tegen te houden. De virusdeeltjes zijn te klein om te worden tegengehouden. Medische maskers zijn niet bedoeld ter voorkoming van virale overdracht.

*

Een overzicht van enkele metastudies naar in totaal 108 wetenschappelijke onderzoeken is te vinden op deze website van Dissenters en Skeptics of Oregon.

Daar zitten ook recente studies bij van instituten als de Universiteit van Cambridge. De resultaten zijn ontluisterend voor de voorstanders van mondkapjes. Enkele bevindingen:

  • “There is little evidence to support the effectiveness of face masks to reduce the risk of infection.”
  • “None of the studies established a conclusive relationship between mask/respirator use and protection against influenza infection.”
  • “We found no significant difference between N95 respirators and surgical masks in associated risk of (a) laboratory-confirmed respiratory infection, (b) influenza-like illness, or (c) reported work-place absenteeism.”
  • “Self-reported assessment of clinical outcomes was prone to bias. Evidence of a protective effect of masks or respirators against verified respiratory infection (VRI) was not statistically significant.”
  • “A moderate likelihood of a small effect of wearing surgical face masks in community settings in reducing self-reported influenza-like illness (ILI)”

Een paar voorbeelden van studies die op deze site worden vermeld:

Face masks to prevent transmission of influenza virus: A systematic review, January 2010

None of the studies reviewed showed a benefit from wearing a mask, in either healthcare workers or community members in households. See Tables 1 and 2.

Masks for Prevention of Respiratory Virus Infections, Including SARS-CoV-2, in Health Care and Community Settings: A Living Rapid Review

“Randomized trials in community settings found possibly no difference between N95 versus surgical masks and probably no difference between surgical versus no mask in risk for influenza or influenza-like illness”

“Eight trials (6510 participants), including the trial described above, evaluated use of surgical masks within households with an influenza or influenza-like illness index case (child or adult) (2428–3037414849). Compared with no masks, surgical masks were not associated with decreased risk for clinical respiratory illness, influenza-like illness, or laboratory-confirmed viral illness in household contacts when masks were worn by household contacts”

“Two trials found no differences between surgical masks plus handwashing versus handwashing alone in risk for infections in household contacts of index cases (3048).”

“Two trials (2475 participants) of students living in university residence halls without specific contacts with cases also found no significant differences between a surgical mask versus no mask and risk for influenza-like illness (1920). Two trials (7851 participants) found that surgical masks, compared with no masks, were not associated with decreased risk for infections in Hajj pilgrims with or without an infected index case within the same tent (2123).”

“In community settings, one RCT found no difference between N95 or equivalent respirators versus surgical masks in risk for noncoronavirus respiratory illness (37). The RCTs in community settings, typically conducted during influenza seasons, also did not indicate effectiveness of mask use versus no mask use for reducing viral respiratory infection risk.

*

Een fascinerend juridisch precedent dat door journalist Alex Berenson wordt besproken in zijn boek Unreported Truths About Covid-19 and Lockdowns: Masks) betreft een rechtszaak aangespannen door verpleegsters in Canada in december 2013 tegen de verplichting om gezichtsmaskers te dragen. Deze zaak werd gehoord door een neutrale arbiter, James Hayes, die zich grondig in het onderwerp verdiepte. Hij las duizenden pagina’s aan bewijsvoering en meer dan 100 wetenschappelijke artikelen. In september 2015 kwam hij met een uitspraak van 136 pagina’s waarin hij concludeerde dat “het wetenschappelijk bewijs ter ondersteuning van [mondmaskerverplichting] ter bescherming van de patiënt is onvoldoende.” Let wel: het ging hier om verpleegsters in een ziekenhuis. Dat was nog niet het einde, want de ziekenhuizen procedeerden verder. Op 6 september 2018 volgde een nieuwe uitspraak door een andere arbiter, William Kaplan, die nog verder ging dan zijn collega Hayes: het bewijs voor het nut van mondneusmaskers noemde hij “insufficient, inadequate and completely unpersuasive”. (Unreported Truths About Covid-19 and Lockdowns: Masks)

*

Een uitgebreide meta-analyse van Dr. Colleen Huber in Primary Doctor Journal (6 juli 2020) concludeerde dat “gezichtsmasker noch veilig noch effectief” zijn. https://www.primarydoctor.org/masks-not-effect

*

Op 11 november verscheen een studie  in het wetenschappelijke vakblad New England Journal of Medicine dat overtuigend laat zien dat mondkapjes en ook de 1,5 meter regel verspreiding van het coronavirus niet tegenhouden. De studie werd uitgevoerd door de Icahn School of Medicine van Mount Sinai in samenwerking met het Naval Medical Research Center in de V.S.. De conclusies: “In mei stelden 3402 rekruten bij de mariniers zich beschikbaar voor een veertiendaags onderzoek. 1848 van de rekruten werden onderworpen aan corona-maatregelen, maar dan ook echt stevig onderworpen. Ze droegen tweelaagse mondmaskers de hele dag door binnen en buiten, behalve tijdens de slaap en de maaltijden, bleven voortdurend op afstand, verlieten de kazerne niet, hadden geen toegang tot elektronische apparaten of andere apparaten waar het virus zich zou kunnen ophouden, wasten heel vaak hun handen, moesten zich strikt houden aan looproutes en werden voortdurend gecontroleerd door een team van zes instructeurs, die zich aan dezelfde regels hielden. Ze werden voortdurend getest en positief geteste mariniers werden geïsoleerd. De controlegroep (1554 personen) hield zich ook aan de maatregelen maar werd niet aan controles of isolaties onderworpen. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen bleek het virus zich gewoon te verspreiden: na twee weken werden 51 van de 1848 in de gecontroleerde groep positief getest (2,8%). Van de andere groep werden 26 mensen positief getest, 1,7%, dus nog minder dan in de streng gecontroleerde groep.” Met andere woorden, zelfs deze groep extreem gedisciplineerde mariniers slaagde er niet in “het virus te verslaan”.

*

Het Amerikaanse CDC publiceerde in februari 2021 een studie waaruit enige effectiviteit van gezichtsmaskers zou blijken, deze studie wordt vakkundig bekritiseerd in een artikel door vier experts (“The CDC’s Mask Mandate Study Debunked”).

*

Een onderzoek van Jonas F. Ludvigsson uit Zweden liet zien dat in dat land onder 1,95 miljoen schoolkinderen tot en met 16 jaar nul slachtoffers vielen aan COVID-19, terwijl de kinderen daar gewoon naar school gingen en geen gezichtsmaskers droegen.

*

De fabrikanten van gezichtsmaskers waarschuwen in de gebruiksaanwijzing bij hun product overigens ook dat zij niet geschikt zijn om tegen virusoverdracht te beschermen, zoals te zien is op deze foto:

*

Het International Journal of Environmental Research and Public Health (IJER) heeft op 20 april 2021 een wetenschappelijk artikel gepubliceerd – Is a Mask that Covers the Mouth and Nose Free from Undesirable Side Effects in Everyday Use Free of Potential Hazards?, geschreven door acht Duitse wetenschappers en artsen, gebaseerd op onderzoek naar tientallen wetenschappelijke studies. Zij concluderen: “Noch de WHO, noch het ECDC, het Amerikaanse CDC of het Duitse RKI (instanties vergelijkbaar met het RIVM in Nederland) onderbouwen met gedegen wetenschappelijke gegevens een positief effect van maskers in het publiek (in termen van een verminderde verspreiding van COVID-19 in de bevolking),” schrijven zij. “Nationale en internationale gezondheidsautoriteiten hebben theoretische beoordelingen gegeven over mondkapverplichtingen niet gebaseerd op wetenschappelijke gefundeerde standaarden van evidence-based medicine.”

De onderzoekers merken op dat maskers, wanneer ze door het grote publiek worden gebruikt, zelfs als een infectierisico kunnen worden beschouwd omdat de gestandaardiseerde hygiëneregels van ziekenhuizen niet kunnen worden gevolgd in dagelijks niet-medisch gebruik.

“Bovendien ademen maskerdragers (chirurgisch, N95, stoffen maskers) relatief kleinere deeltjes (grootte 0,3 tot 0,5 µm) uit dan maskervrije mensen en de luidere spraak onder maskers versterkt deze verhoogde productie van fijne aerosolen door de maskerdrager nog meer (vernevelingseffect).” Hierdoor is de kans dat maskerdragers anderen besmetten nog groter.

De auteurs wijzen er op dat “de geschiedenis laat zien dat al bij de grieppandemieën van 1918-1919, 1957-1958, 1968, 2002, in SARS 2004-2005 en met de griep in 2009, maskers voor dagelijks gebruik geen resultaat lieten zien in de strijd tegen virale infectiescenario’s. De ervaringen leidden tot vele wetenschappelijke studies die lieten zien dat maskers geen significant effect vertonen met betrekking tot virussen in dagelijks gebruik. Wetenschappers beoordeelden maskers zelfs als ongeschikt om de gebruiker te beschermen tegen virale luchtweginfecties in het ziekenhuis.”

De onderzoekers merken tot slot op dat de WHO het mondmasker aanprijst als een symbool van “conformisme en pseudo-solidariteit”. De WHO geeft bijvoorbeeld als argument voor het verplichten van mondmaskers aan dat dit “de stigmatisering van maskerdragers vermindert”. Dit is echter een puur politiek, geen medisch of wetenschappelijk argument.

*

Ondanks al dit onderzoek wisten kranten in Nederland eind mei 2021 te melden dat er onderzoek was verschenen dat het gebruik van mondneusmaskers zou rechtvaardigen. Het Algemeen Dagblad meldde: “Eindelijk het bewijs dat mondkapjes echt werken, stellen wetenschappers”. Een ander artikel gepubliceerd in dezelfde week in het Parool heeft als titel “Internationaal onderzoek mondkapjes werken tegen corona”.

Beide artikelen zijn gebaseerd op een persbericht van de Max Planck Society in MedicalExpress “Face masks effectively limit SARS-CoV-2 transmission”, https://medicalxpress.com/news/2021-05-masks-effectively-limit-sars-cov-transmission.html dat verwijst naar een onderzoek gepubliceerd in Science. Face masks effectively limit the probability of SARS-CoV-2 transmission Cheng Y, Ma N, Witt C, Rapp S, Wild PS et al. Science 10.1126/science.abgv6296. De Nederlandse journalisten vertaalden het bericht in Medical Express en schreven dat wetenschappers uit China, Amerika en Duitsland een doorbraak hebben bereikt in het aantonen dat mondkapjes werken in strijd tegen het coronavirus. De directeur van het Max Planck Instituut Ulrich Pöschl stelde in Medical Express dat door hun onderzoek voor het eerst is aangetoond dat mondkapjes de verspreiding van het coronavirus remmen.

Het is heel leerzaam om te vernemen van de directeur van het Max Planck Instituut dat er dus geen bewijs was dat mondneusmaskers werken! Maar ook het nieuwe onderzoek blijkt bij nader inzien geen nieuw bewijs op te leveren. Zoals immunoloog Dr. Carla Peeters schrijft in een artikel voor Ademvrij.NU, is de nieuwe studie gebaseerd op een “kwantitatief model” dat als basis een aantal reeds gepubliceerde artikelen neemt. Het gaat dus niet om nieuw onderzoek maar om een analyse van bestaand onderzoek.

De onderliggende onderzoeken werden gepubliceerd in 2020. De auteurs van deze onderzoeken erkennen dat er meer onderzoek nodig is om de mogelijkheid voor de verspreiding van infectieus virus door druppels en aerosolen te beperken. In de modelstudie werd bovendien gebruik gemaakt van diverse aannames o.a. vanwege de lage aangetoonde virusconcentraties in aerosolen en druppels, gemeten met een PCR test bij hoge Ctwaarden (met grote kans op vals positieven). Met andere woorden om te kunnen spreken van een doorbraak dat mondkapjes werken is ander onderzoek nodig, concludeert Peeters.

NB Waarom dragen chirurgen gezichtsmaskers?

Soms wordt de vraag gesteld waarom chirurgen gezichtsmaskers dragen als die niet helpen tegen virusoverdracht. De Amerikaanse chirurg Jim Meehan, die ook redacteur was van een medisch tijdschrift, legt uit dat maskers om andere redenen worden andere reden worden gebruikt in de operatiekamer, waarbij men strikte gebruiksregels hanteert: “Hoewel chirurgen maskers dragen om te voorkomen dat hun ademhalingsdruppels het chirurgische veld en de blootliggende interne weefsels van onze chirurgische patiënten besmetten, eindigt daar de overeenkomst. Het is duidelijk dat chirurgen geen ‘veilige afstand’ kunnen houden van hun chirurgische patiënten (tenzij we robotchirurgische apparaten gebruiken, waarbij ik zeker geen masker zou dragen). De CoVID-19 pandemie gaat over virale overdracht. Chirurgische maskers en stoffen maskers doen niets om virale overdracht te voorkomen. We moeten ons ondertussen allemaal realiseren dat nooit is aangetoond dat gezichtsmaskers virale transmissie voorkomen of ertegen beschermen. Dat is precies waarom ze nooit zijn aanbevolen voor gebruik tijdens de uitbraak van de seizoensgriep, epidemieën of eerdere pandemieën…. Feitelijk bevestigt de meest recente systemische analyse opnieuw dat maskers niet effectief zijn bij het voorkomen van de overdracht van virussen zoals CoVID-19: zie dit artikel. Als een chirurg ziek is, vooral met een virale infectie, zal hij geen operaties uitvoeren omdat hij weet dat het virus NIET zal worden tegengehouden door zijn chirurgische masker.

 Meehan wijst ook op het cruciale belang van correct gebruik van gezichtsmaskers: “In tegenstelling tot het publiek dat maskers in de gemeenschap draagt, werkt de chirurg in steriele chirurgische ruimtes die zijn uitgerust met zware luchtverversingssystemen die een positieve druk handhaven, de lucht in de ruimte op een zeer hoog niveau verversen en filteren en het zuurstofgehalte van de kamerlucht verhogen. Deze omstandigheden beperken de negatieve effecten van maskers op de chirurg en het operatiekamerpersoneel. En toch, ondanks deze extreme klimaatbeheersingsomstandigheden, tonen klinische studies de negatieve effecten (verlaging van de ademhaling van arteriële zuurstof en kooldioxide) van chirurgische maskers op de fysiologie en prestaties van de chirurg aan. Het coronavirus is qua diameter een fractie van een mensenhaar. Chirurgenmaskers bieden geen bescherming voor deze kleine deeltjes. Stoffen maskers hebben grote gaten waar het virus makkelijk doorheen kan. Papieren wegwerp-maskers bieden echter ook geen bescherming vanwege de grove structuur. Als je niet anders kunt dan de zwakke retrospectieve observatiestudies en verwarde ‘gezondheidsautoriteiten’ te geloven — die tegen je liegen over de voordelen, en de risico’s van medische maskers volledig negeren — moet je in ieder geval de onlogische antiwetenschappelijke aanbeveling afwijzen om slechts twee van de drie lichaamsopeningen voor virale ziekten te blokkeren. Maskers bedekken alleen de mond en neus. Ze beschermen de ogen niet.” Door: Jim Meehan, MD (chirug) | oorspronkelijke artikel op: www.meehanmd.com

https://kavlaanderen.blogspot.com/2020/07/als-maskers-niet-werken-waarom-dragen.html

Originele engelstalige post: https://www.meehanmd.com/blog/2020-07-22-if-masks-dont-work-then-why-do-surgeons-wear-them/

Wetenschappelijk bewijs voor de rol van aerosolen

Hoewel de Nederlandse gezondheidsautoriteiten de rol van aerosolen blijven bagatelliseren, blijkt uit vrijwel al het wetenschappelijk onderzoek dat in het verleden heeft plaats gevonden dat aerosolen de belangrijkste vorm van overdracht zijn. Zie bijvoorbeeld deze studie, Size distribution and sites of origin of droplets expelled from the human respiratory tract during expiratory activitiesuit 2009 in het Journal of Aerosol Science. En deze studie uit juli 2020 in The Lancet van Dr Kevin Fennelly van het National Heart, Lung and Blood Institute: Particle sizes of infectious aerosols: implications for infection control, die stelt: “There is no evidence that some pathogens are carried only in large droplets.”

De Association of American Physicians and Surgeons stelt onder de kop Mask Facts: “The preponderance of scientific evidence supports that aerosols play a critical role in the transmission of SARS-CoV-2.”

 Berenson (Unreported Truths About Covid-19 and Lockdowns: Masks) legt uit dat aerosolen worden gemeten in nanometers. 1 nanometer is 1/1000ste van een micron (micrometer), en dat is weer 1/1000ste van een millimeter. Een aerosol heeft ruwweg een omvang van 100 nanometer, oftewel 0,1 micron. Het N95 (FFP2) masker, dat zo heet omdat het 95% effectief zou zijn, wordt getest op partikels van 0,3 micron, dus NIET op aerosolen.

Meer dan 90% van aerosolen gaat door masker heen ruimte in, meldt een artikel gepubliceerd door Swiss Policy Research: “Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het SARS-2 coronavirus, in ieder geval binnenshuis, niet alleen door druppels maar ook door kleinere aërosolen wordt overgedragen. Door hun grote poriëngrootte en slechte pasvorm kunnen gezichtsmaskers echter geen aërosolen uitfilteren. Meer dan 90% van de aërosolen dringen door of omzeilen het masker en vullen binnen enkele minuten een middelgrote ruimte.” Bron: https://swprs.org/face-masks-evidence/

Epidemiologisch bewijs voor de ineffectiviteit van mondmaskers

 Er is het afgelopen jaar een grote hoeveelheid epidemiologisch bewijs beschikbaar gekomen om het effect van mondkapjesverplichtingen te kunnen meten. Immers werd in veel landen in de wereld, maar op andere tijdstippen, een mondkapjesplicht ingevoerd. Dat maakt resultaten goed te vergelijken.

Het is van cruciaal belang (dat zou het althans moeten zijn) voor de geloofwaardigheid en onderbouwing van de mondkapjesplicht in Nederland dat uit deze resultaten positieve effecten waarneembaar zouden moeten zijn. Dat is echter niet het geval. Er is geen enkel epidemiologisch bewijs dat invoeren van mondkapjesmaatregelen heeft geleid tot een daling van het aantal infecties. Als er al een effect is, dan is dat eerder stijging van gevallen. Hier komen we op terug.

Dit feit gegeven zou alleen al voldoende reden moeten zijn om de mondkapjesplicht ongedaan te maken.

*

In het wetenschappelijke artikel Mechanismen waardoor mondkapjes het risico op COVID-19 mogelijk vergroten”  (Oorspronkelijk artikel in het Engels, 8 januari 2021) schrijft Dr. Colleen Huber: “Midden juli 2020 verrichtte de Council on Foreign Relations (Amerikaanse Raad voor Buitenlandse Betrekkingen) een enquête in vijfentwintig landen, waarbij men de burgers de volgende vraag stelde: ‘Hebt u de afgelopen zeven dagen buitenshuis altijd een mondkapje gedragen?’ Het antwoord ‘ja’ varieerde procentueel van 1 procent in Finland en Denemarken tot 93 procent in Singapore. Drie maanden later, in het begin van oktober, hebben wij met ons team al die landen nog eens onderzocht op het aantal COVID-19-doden en -gevallen. Er was geen duidelijk herkenbaar patroon te zien met betrekking tot het aantal doden, maar er was wel een trend te zien in de landen waar de mondkapjes in juli 2020 het minst gedragen werden, en die trend was dat daar drie maanden later over het algemeen minder COVID-19-gevallen waren.” (Zie grafiek)

Uitleg bij grafiek: Als we met curve-fitten een trendlijn maken, zien we een duidelijke stijging van 37.536 voor die lijn. Dat houdt in dat voor elk procentpunt toename van mondkapjesgebruik in een land er een gemiddelde stijging van 37.536 extra positieve PCR-testen per 1 miljoen inwoners optrad. Dat maakt duidelijk dat mondkapjesgebruik wat betreft het reduceren van het aantal positieve PCR-testen niet de beloofde uitwerking heeft gehad, maar veeleer een correlatie lijkt te vertonen met een toename in het aantal positieve PCR-testen voor COVID-19.

Huber stelt verder: “Populatiegegevens van landen en van staten in de VS tonen aan dat de verklaarde (openbaar gemaakte) aantallen van COVID-19-gevallen vaker toenamen dan afnamen na een mondkapjesplicht voor de burgers in de rechtsgebieden van die landen en staten. De tijdlijnen van zeven landen, te weten Israël, Peru, Filippijnen, Spanje, Frankrijk, Hongarije en Argentinië, toonden allemaal aan dat er door mondkapjesplichten geen snelle impact was te bespeuren op het aantal COVID-19-gevallen of het aantal ziekenhuisopnames ten gevolge van COVID-19. Maar al die zeven landen vertoonden wel een toename in SARS-CoV-2-gevallen binnen twaalf weken na het ingaan van de mondkapjesplicht. Er waren ook vijf Amerikaanse grootstedelijke gebieden en zes staten onderzocht en ook zij vertoonden gelijksoortige patronen van een toename in gerapporteerde SARS-CoV-2-gevallen.”

“Tsjechië vertoonde een sterke toename in de COVID-19-incidentie kort na de tweede mondkapjesplicht in dat land. De betreffende grafieken waren gemaakt met gegevens van The COVID-19 Tracking Project Data Download en van Our World in Data. Alleen Tsjechië vertoonde een duidelijk inflectiepunt (een buigpunt) van afname naar toename of vice versa van positieve PCR-testen op het moment van of vlak na een mondkapjesplicht. De trendlijn van COVID-19-gevallen en ziekenhuisopnames ten gevolge van COVID-19 in elk rechtsgebied steeg over het algemeen enkele weken na ingang van de mondkapjesplicht.”

“Alle gebieden vertoonden een toename in COVID-19-gevallen na de ingang van de mondkapjesplicht, behalve New York City en Mississippi, maar daar was al ten minste twee weken voor de ingang van de mondkapjesplicht sprake van een sterke daling in COVID-19-gevallen, en ook na de mondkapjesplicht was in die daling geen duidelijke verandering te zien (m.a.w. de daling zette zich net zo snel voort als daarvoor). De voorgaande data van The COVID-19 Tracking Project Data Download, Our World in Data, The Council on Foreign Relations en ons eigen onderzoeksteam toonden aan dat er hogere aantallen van positieve COVID-19 PCR-testen waren in gebieden die daarvoor een hoger mondkapjesgebruik hadden.” Aldus Huber.

*

Hubers bevindingen zijn bevestigd in tal van epidemiologische studies. Een onderzoek onder 30 Europese landen naar verschillende interventies en de effecten op het verloop van de pandemie – “Impact of non-pharmaceutical interventions against COVID-19 in Europe: a quasi-experimental study” – laat zien dat mondkapplicht geen positief effect heeft gehad. Opvallend: 15 dagen na instellen van de plicht is er juist een toename van gevallen en overlijden. Conclusie: de resultaten steunen niet het wijdverspreide gebruik van gebruik mondkapjes. https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2020.05.01.20088260v1.full.pdf

*

Wetenschappers in Oostenrijk zagen geen invloed op de infectiegraad van het introduceren, afschalen en weer her-introduceren van mondkapjes.
https://corona-transition.org/maskenpflicht-brachte-in-osterreich-keinerlei-messbaren-nutzen (Citaat van Prof. Dr. Franz Allerberger, directeur van de afdeling Publieke Gezondheid van de Österreichische Agentur für Gesundheit)

*

Wetenschapsjournalist Peter F. Maier constateert eveneens dat er overvloedig epidemiologisch bewijs is dat er geen relatie bestaat tussen de invoering van mondkapregels en aantallen besmettingen of coronagevallen.

“Er zijn een aantal landen die nooit maskers hebben ingevoerd, zelfs niet in Europa, zoals Zweden en Wit-Rusland, en andere die ze al lang hebben afgeschaft of er losjes mee omgaan, zoals Rusland. Zweden had in 2020 een van de laagste oversterfte-cijfers in Europa.

Maar heel goed vergelijkingsmateriaal bieden naburige staten in de VS. Hier is geen sprake van “observatiebias” en de resultaten zijn onbetwistbaar: maskers voorkomen noch infecties noch sterfgevallen, maar berokkenen zichtbaar schade:

We zien hier de gevallen per 100.000 inwoners van 7 aan elkaar grenzende staten van de VS van 1 september 2020 tot 14 maart 2021. Twee van deze staten, South Dakota en Nebraska, hebben nooit verplichte maskers gehad. Ze doen het beter dan North Dakota, dat rond 10 november 2020 het hoogste aantal gevallen van alle 7 had. Overigens valt de piek vrijwel samen met Oostenrijk en andere Europese staten.

Laten we eens kijken wanneer de andere staten de eis van het schadelijke masker afschaften. North Dakota trok het medio januari in, Iowa begin februari, Montana medio februari en Wyoming medio maart. Wat overblijft is Minnesota, de enige staat waar het aantal gevallen recentelijk licht is gestegen. De resultaten pleiten dus duidelijk tegen verplichte maskers.

Maskers – zelfs die van het type FFP2 of N95 – kunnen virussen niet op afstand houden. Maar ze verzwakken het immuunsysteem op vele manieren en er zijn zelfs door de WHO erkende ziekten die door het dragen van maskers worden veroorzaakt.” Aldus Maier.

*

We laten hieronder een kleine selectie zien van vergelijkende statistieken, die aantonen dat de invoering van een mondkapplicht geen effect heeft op het voorkomen van infecties. (Voor de grafieken zie het Literatuuroverzicht elders op onze website.)

Asymptomatische besmetting

Een belangrijk argument tegen een algemene mondkapjesplicht – waar veel te weinig aandacht voor is – is dat het is gebaseerd op het idee van asymptomatische besmetting, dat wil zeggen, dat mensen die niet ziek zijn en geen symptomen vertonen, toch besmettelijk zouden kunnen zijn. Dit is een idee waarvoor geen enkel bewijs bestaat. Het druist ook volledig in tegen alles wat we weten over besmettingen bij soortgelijke virusinfecties als griep.

In een artikel in Medisch Contact uit januari 2021, Gezonde Mensen Maken Elkaar Niet Ziek, halen internist Hannah Visser en psychiater Marcel Tóth een recente studie aan uit Wuhan gepubliceerd in november 2020 in Nature, waarbij meer dan tien miljoen mensen werden getest. Hieruit bleek dat er geen enkel geval van asymptomatische besmetting kon worden gevonden. (Post-lockdown SARS-CoV-2 nucleic acid screening in nearly ten million residents of Wuhan, China.)

De auteurs merken op dat om iemand te besmetten een grote hoeveelheid virus nodig is. Deze viral load wordt verspreid door niezen of hoesten. Vlak voor het ontstaan van klachten loopt de virushoeveelheid op en is in de eerste vijf dagen na het ontstaan van klachten het hoogst.

Gezonde mensen wisselen volgens de auteurs overigens wel lage hoeveelheden virussen uit. Dat gebeurt voortdurend. Het is zelfs belangrijk, want het zorgt ervoor dat het immuunsysteem goed functioneert. Het immuunsysteem heeft een voortdurende lichte tot matige prikkeling nodig om goed en alert te blijven functioneren.

Tóth en Visser wijzen erop dat in het hele coronabeleid de aanname dat asymptomatische mensen besmettelijk zouden zijn centraal staat. Daarop zijn maatregelen als de anderhalve meter en mondkapjes gebaseerd. Die zijn echter niet nodig voor gezonde mensen, schrijven zij.

De bekende Dr Fauci zei in januari 2020 het volgende over asymptomatische besmetting: “The one thing historically people need to realize is that even if there is some asymptomatic transmission, in all the history of respiratory-borne viruses, asymptomatic transmission has never been the driver of outbreaks. The driver of outbreaks is always a symptomatic person. Even if there’s a rare asymptomatic person that might transmit, an epidemic is not driven by asymptomatic carriers.”

Op 8 juni zei epidemioloog Maria van Kerkhove van de WHO ook ronduit dat asymptomatische besmetting een mythe is: “We have a number of reports from countries who are doing very detailed contact tracing. They’re follyowng asymptomatic cases, they’re following contacts and they’re not finding secondary transmission forward. It’s very rare.”

Al in maart 2020 meldden Chinese onderzoekers al dat de “viral load” samenhangt met de mate waarin iemand ziek is, en dat werd in augustus bevestigd in een studie in The Lancet: SARS-CoV-2, SARS-CoV, and MERS-CoV viral load dynamics, duration of viral shedding, and infectiousness_ a systematic review and meta-analysis.

Het hele idee van asymptomatische besmetting, schrijft Alex Berenson, is gebaseerd op computermodellen. “But when real-word contact tracers tried to find actual evidence of asymptomatic spread of Sars-COV-2, they are basically unable to do so. In July, the WHO noted that four studies had showed that ‘between 0% and 2.2% of people with asymptomatic infection infected anyone else’.”

Schadelijke effecten van mondkapjes

Merkwaardigerwijs besteedt de Ministeriële Regeling hoegenaamd geen aandacht aan de schadelijke effecten van mondneuskapjes, terwijl die wel degelijk uitgebreid zijn gedocumenteerd.

Bewezen schadelijke effecten zijn onder meer:

  • Inademing van in mondkapjes opgehoopte bacteriën en schimmels, wat kan leiden tot luchtweginfecties en longontsteking
  • Zuurstoftekort en kooldioxideoverschot bij inademing, wat kan leiden tot hoofdpijn en diverse andere vormen van gezondheidsschade, waaronder een suboptimale ontwikkeling van de hersenactiviteit bij kinderen.
  • Inademing van schadelijke stoffen die in mondkapjes zijn verwerkt
  • Huidirritaties
  • Hoofdpijn, benauwdheid, kortademigheid, uitputting
  • Hogere kans op besmetting met COVID-19 door onoordeelkundig gebruik van mondkapjes.
  • Hogere kans om anderen te besmetten
  • Schadelijke psychische effecten

*

Het International Journal of Environmental Research and Public Health (IJER) publiceerde op 20 april 2021 een wetenschappelijk artikel – Is a Mask that Covers the Mouth and Nose Free from Undesirable Side Effects in Everyday Use Free of Potential Hazards? – van acht artsen en wetenschappers dat een overzicht biedt van de gezondheidsrisico’s van het dragen van een mondkapje.

In het onderzoek hebben de Duitse auteurs de resultaten verzameld van 44 empirische studies en 65 publicaties. Daaruit komt naar voren dat de schadelijke effecten van mondkapjes zich uitstrekken over een breed scala aan disciplines. De resultaten zijn zo consistent dat de auteurs er een naam aan hebben gegeven: zij noemen het effect van mondkapjes het “Mask-Induced Exhaustion Syndrome (MIES)”. Oftewel een door de mondkap veroorzaakt uitputtingssyndroom.

De WHO waarschuwde in april 2020 al dat het dragen van mondkapjes kon leiden tot schijnveiligheid en ademhalingsproblemen, schrijven de onderzoekers. In juni 2020 voegde de WHO hier in een nieuwe richtlijn andere effecten aan toe: hoofdpijn, gezichtshuidletsel, huidontstekingen, acne en een vergroot besmettingsrisico als gevolg van mondkapjes die niet zorgvuldig worden gehanteerd.

De auteurs voegen hier nog een heel scala aan schadelijke effecten aan toe. Zij concluderen dat het dragen van mondkapjes leidt tot een algehele verslechtering van de geestelijke en lichamelijke conditie van mensen, en met name van kinderen. Dit geldt voor alle soorten mondkapjes, waarbij hooguit verschillen zijn in specifieke effecten.

Volgens de wetenschappelijke gegevens vertonen maskerdragers als geheel een opvallende frequentie van typische, meetbare, fysiologische veranderingen die verband houden met maskers.

Naast de toename van het koolstofdioxidegehalte (CO2) in het bloed van de drager is een veel voorkomend effect een significante daling van de zuurstofverzadiging in het bloed, die vergezeld gaat met een toename van de hartslag en van de ademhalingsfrequentie.

In een experimentele studie veroorzaakten chirurgische (medische) en N95-maskers een significante toename van de hartslag en een overeenkomstig gevoel van uitputting. Deze symptomen gingen gepaard met een gevoel van warmte en jeuk door vochtpenetratie van de maskers bij 10 gezonde vrijwilligers van beide geslachten na slechts 90 minuten lichamelijke activiteit.

Deze verschijnselen werden gereproduceerd in een ander experiment met 20 gezonde proefpersonen die chirurgische maskers droegen. De gemaskerde proefpersonen vertoonden statistisch significante toenames in hartslag en ademhalingsfrequentie vergezeld van een significant meetbare toename van kooldioxide. Ze klaagden ook over ademhalingsmoeilijkheden tijdens de oefening.

Hoewel sommige effecten relatief gering zijn, zal herhaalde blootstelling over langere perioden leiden tot effecten op de lange termijn en ziektebeelden, zoals hoge bloeddruk en aderverkalking, inclusief coronaire hartziekten (metabool syndroom), alsmede neurologische aandoeningen, schrijven de onderzoekers. Al bij een geringe toename van kooldioxide in de ingeademde lucht kan er sprake zijn van het ontstaan van hoofdpijn, irritatie van de luchtwegen, astma, alsmede een verhoging van de bloeddruk en de hartfrequentie met vaatschade tot gevolg en op termijn neuropathologische en cardiovasculaire gevolgen.

Zelfs een lichte maar aanhoudende verhoging van de hartslag stimuleert oxidatieve stress en kan leiden tot aderverkalking van de bloedvaten. Licht verhoogde ademhalingsfrequenties over langere perioden kunnen leiden tot hoge bloeddruk, verminderde hartfuncties en beschadiging van de bloedvaten. Beide verschijnselen worden veroorzaakt door het dragen van gezichtsmaskers, beklemtonen de onderzoekers.

De auteurs wijzen er ook op dat de “dode ruimte” bij het inademen significant wordt verhoogd, zelfs bijna wordt verdubbeld. Dit houdt in dat er minder zuurstof beschikbaar is voor de longen – gemiddeld zo’n 37%. Dit verklaart grotendeels de verslechtering van de ademhalingsfysiologie en de daaruit voortvloeiende bijwerkingen van alle soorten maskers bij dagelijks gebruik bij gezonde en zieke mensen die in veel studies wordt waargenomen (toename in ademhalingsfrequentie, toename van de hartslag, afname van zuurstofverzadiging, toename van partiële druk van kooldioxide, vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, denkstoornissen, enz.).

Experimenten tonen daarnaast een toename van de luchtwegweerstand met een opmerkelijke 126% bij inademing en 122% bij uitademing bij een N95 (FFP2) masker. Experimentele studies hebben ook aangetoond dat het vochtig worden van het masker de ademweerstand nog verder verhoogt. Het masker werkt dus als een storende factor bij de ademhaling en veroorzaakt een toename van de ademhalingsfrequentie en gelijktijdig gevoel van kortademigheid (meer inspanning van de ademhalingsspieren). Deze extra belasting leidt ook tot uitputting met een stijging van de hartslag en verhoogde CO2-productie. “We vonden in de literatuur een clustering van aanzienlijke ademhalingsstoornissen en een aanzienlijke daling van de zuurstofverzadiging (in ongeveer 75% van alle studieresultaten),” schrijven de auteurs.

Verschillende experimentele studies met gezonde vrijwilligers lieten significante beperkingen zien in longfunctie en cardiopulmonaire capaciteit als gevolg van het dragen van mondmaskers. Gezonde dragers van mondmaskers leiden meer dan niet-dragers aan gevoelens van uitputting. Bij één onderzoek hadden 14 van de 24 maskerdragers last van kortademigheid, 4 hadden last van hoofdpijn. In een ander onderzoek onder verpleegkundigen werden klachten gerapporteerd als hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, ademhalingsstoornissen, hartkloppingen. De effecten bij zieke en oude mensen zijn waarschijnlijk nog groter, schrijven de onderzoekers.

Artsen uit New York bestudeerden de effecten van het dragen van medische maskers en N95 maskers in een steekproef van 343 deelnemers (die werden ondervraagd met behulp van gestandaardiseerde, geanonimiseerde vragenlijsten). Het dragen van de maskers veroorzaakte detecteerbare lichamelijke klachten, nadelige effecten zoals verminderde cognitie (24% van de dragers) en hoofdpijn bij 71,4% van de deelnemers. Hiervan hield 28% aan en leidde tot het voorschrijven van medicatie.

Uit andere studies komen effecten naar voren als desoriëntatie en verwarring, schrijven de onderzoekers. Dit wordt verklaard door lagere zuurstofniveaus of hogere kooldioxideniveaus. De onderzoekers achten dit verband wetenschappelijk “onbetwistbaar”.

In een onderzoek uit 2020 werden significant verminderd denkvermogen en verminderde concentratie gevonden bij alle gebruikte maskertypes (stof, chirurgisch en N95-maskers) na slechts 100 minuten dragen van het masker. De denkstoornissen correleerden significant met een daling van de zuurstofverzadiging tijdens maskergebruik.

Maskers zijn zeker af te raden voor epileptici, zo blijkt uit diverse onderzoeken, omdat ze kunnen leiden tot hyperventilatie.

Het dragen van gezichtsmaskers kan ook leiden tot een lagere levenskwaliteit als gevolg van ongemak en irritatie. Maskers kunnen de cognitieve vermogens van mensen aantasten en tegelijkertijd hun motorische capaciteiten.

Uit enquêtes blijkt dat maskers ook kunnen leiden tot angstgevoelens, stress, sociale isolatie, en depressie. In een onderzoek had meer dan 50% van de maskerdragers last van depressieve gevoelens.

Het dragen van maskers kan ook leiden tot paniekaanvallen. De onderzoekers associëren dit met een verhoogd CO2-gehalte bij inademen. Zij schrijven dat mensen die in behandeling zijn voor dementie, schizofrenie, en andere persoonlijkheidsstoornissen niet zouden moeten worden verplicht een masker te dragen, omdat dit hun klachten kan verergeren en kan leiden tot angsten en paniekaanvallen.

Uit vele studies blijkt dat het dragen van gezichtsmaskers kan leiden tot huidaandoeningen en huidirritaties.

Voorts tonen vele onderzoeken aan dat ziektekiemen (bacteriën, schimmels en virussen) zich ophopen aan de buitenkant en binnenkant van de maskers vanwege de warme en vochtige omgeving, schrijven de onderzoekers. Ze kunnen klinisch relevante schimmel-, bacteriële of virale infecties veroorzaken.

De kiemdichtheid is meetbaar evenredig met de tijdsduur dat het masker wordt gedragen. Na slechts 2 uur dragen van het masker, neemt de dichtheid van ziekteverwekkers met een factor van bijna tien toe, zo blijkt uit diverse onderzoeken.

Vanuit microbiologisch en epidemiologisch oogpunt, leveren maskers extra risico’s op besmetting op, schrijven de onderzoekers. Enerzijds worden ziektekiemen opgezogen of hechten zich aan de maskers door convectiestromen. Aan de andere kant kunnen potentiële infectieuze agentia zich ophopen aan zowel de buitenkant als de binnenkant van het masker tijdens ademen. Dit wordt verergerd door contact met besmette handen. “Op en in de maskers verzamelen zich behoorlijk ernstige ziekteverwekkende bacteriën en schimmels zoals E. coli (54% van alle kiemen gedetecteerd), Staphylococcus aureus (25% van alle kiemen gedetecteerd), Candida (6%), Klebsiella (5%), Enterococci (4%) en andere ziektekiemen.”

In een andere microbiologische studie bleken de bacterie Staphylococcus aureus (57% van alle bacteriën gedetecteerd) en de schimmel Aspergillus (31% van alle gedetecteerde schimmels) de dominante kiemen op 230 onderzochte chirurgische maskers.

Een andere studie vond na zes uur gebruik de volgende virussen op 148 maskers die door medisch personeel werden gedragen: adenovirus, bocavirus, respiratoir syncytieel virus en influenzavirussen.

De onderzoekers concluderen dat er “duidelijke, ingrijpende, wetenschappelijk aangetoonde schadelijke effecten” zijn aangetoond voor maskerdragers, zowel op psychologisch als op sociaal e fysiek vlak. Kinderen zijn extra kwetsbaar voegen zij hier aan toe.

*

Dr Carla Peeters heeft in een serie artikelen in HP/De Tijd en video-interviews uitgelegd dat het dragen van mondkapjes ernstige schade kan toebrengen aan het longweefsel door het inademen van schadelijke stoffen (bacteriën, schimmels) en door zuurstoftekort (hypoxie) en overschrijding van veilige CO2-gehaltes (hypercapnie): https://www.ademvrij.nu/video-interview-dr-carla-peeters-mondkapjes-mogelijk-schadelijk-voor-longweefsel

*

Prof. dr. Margarite Griesz-Brisson heeft betoogd dat het dragen van mondkapjes kan leiden tot onomkeerbare hersenschade. Zij is onder andere gespecialiseerd in neurologie, neuro-regeneratie, neuroplasticiteit en neurotoxicologie. Ze behoort tot de meest vooraanstaande neurologen van Europa. Ze is lid van zeer veel vakgroepen en is juridisch-medisch expert in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Duitsland, Zwitserland en de Verenigde Staten.

In een videoboodschap in september 2020 zegt dr. Griesz dat het opnieuw inademen van uitgeademde lucht vanzelfsprekend tot een zuurstoftekort en een koolstofdioxide-overschot leidt. Het menselijk brein is volgens dr. Griesz heel gevoelig voor zuurstoftekorten. Sommige zenuwcellen in de Hippocampus kunnen bijvoorbeeld niet langer dan drie minuten zonder zuurstof overleven. Daarna sterven zij. Het cognitieve systeem reageert op een zuurstoftekort met acute waarschuwingssymptomen zoals: hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid en een lager reactievermogen.

Bij een chronisch zuurstoftekort verdwijnen deze symptomen; het lichaam raakt er aan gewend. Echter, het tekort leidt tot voortdurende en onomkeerbare schade in de hersenen.

Het tweede probleem is dat de zenuwcellen in de hersenen volgens dr. Griesz niet in staat zijn om zich ten tijde van een zuurstoftekort normaal te delen. Dus als onze overheid met een genereus gebaar zou besluiten om de mondkapjesverplichting af te schaffen en we weer vrij zouden kunnen ademen, dan kunnen de verloren zenuwcellen niet meer gerepareerd worden. Die zijn voorgoed weg.

Aangezien zuurstoftekort voor elk brein gevaarlijk is, zou het voor iedereen een vrijwillige keuze moeten zijn om een masker te dragen dat totaal nutteloos is als bescherming tegen een virus.

*

Dr Colleen Huber heeft in een serie artikelen, sommige met andere auteurs, de schadelijke effecten van gezichtsmaskers belicht op basis van vele honderden wetenschappelijke publicaties.

Zo schrijft zij in Hypoxie, hypercapnie en de lichamelijke gevolgen dat uit proeven blijkt dat het dragen van een gezichtsmasker ertoe leidt dat al binnen 30 seconden het CO2-gehalte van de ingeademde lucht de Amerikaanse arbo-normen overschrijdt. Het zuurstofgehalte in het beschikbare luchtvolume daalde in minder dan tien seconden na het opzetten van het mondkapje tot beneden het in de wet vereiste minimumpercentage. De langetermijn-gevolgen van hypercapnie (te hoog kooldioxidegehalte) en hypoxie (zuurstoftekort) kunnen bijzonder ernstig zijn, schrijven de auteurs.

In combinatie met andere schadelijke effecten van mondkapjes, zoals bacteriële en schimmelinfecties en het inademen van (kankerverwekkende) microdeeltjes, kan de wereldwijde mondkapplicht leiden tot een sterke toename aan ziekten en sterfte. Volgens de auteurs is dit voldoende reden dat geen enkel persoon gedwongen zou mogen worden een mondkapje te dragen. Dit geldt in nog sterkere mate voor kinderen dan voor volwassenen. De auteurs merken daarbij op dat gezichtsmaskers een medisch hulpmiddel zijn dat alleen door medische specialisten zou mogen worden voorgeschreven, niet door politici, die hier niet voor gekwalificeerd zijn – en alleen op basis van “informed consent”, dat wil zeggen, met de expliciete toestemming van goed geïnformeerde personen.

“Het dragen van een mondkapje veroorzaakt lichamelijke veranderingen in meerdere orgaansystemen, inclusief de hersenen, hart, longen, nieren en immuunsysteem,” schrijven Huber c.s. “Wij onderzochten de veranderingen in zuurstof- en kooldioxidegehaltes in de ‘gemaskerde luchtholte’ die beschikbaar is voor de luchtwegen gedurende de eerste 45 seconden na het opzetten van een mondkapje. Onze bevindingen wat betreft een verminderd zuurstof- en een verhoogd kooldioxidegehalte in de ‘gemaskerde luchtholte’ komen overeen met eerdere gerapporteerde resultaten. We kijken ook naar de mate van schade aan bovengenoemde orgaansystemen, waarvan bekend is dat die daar optreedt wanneer ze zich in een staat van hypoxie en hypercapnie bevinden. De uitstoot van kooldioxide, dat via de cellen in het lichaam terechtkomt en dan via de longblaasjes en de luchtwegen het lichaam verlaat, is niet eerder in de menselijke geschiedenis zo massaal bewust belemmerd, uitgezonderd enkele zeldzame menselijke experimenten. Zelfonthouding van zuurstof is ook onbekend in de natuur en wordt zelden geprobeerd door mensen. We onderzoeken de lichamelijke gevolgen van dit experiment.” (Oorspronkelijk artikel in het Engels, gepubliceerd op 2 november 2020, Voltooid, peer-reviewed en geredigeerd op 9 november 2020, Primary Doctor Medical Journal, Winter 2020. Vertaald en van aanvullende verklarende voetnoten voorzien door E. W. J. Maatkamp.)

*

Huber schreef met collega’s ook een waarschuwend artikel over de gevaren van losse maskerdeeltjes die door dragers kunnen worden ingeademd (Brokkelige, losse maskerdeeltjes en de kwetsbaarheid van onze longen.) Zelfs van mondmaskers die net uit de verpakking zijn gehaald, werd aangetoond dat zij deeltjes en losse en/of vervuilde vezels bevatten die je beter niet kunt inademen. De langetermijn-gevolgen van langdurig mondkapjesgebruik kunnen dan ook ernstig zijn.

“Tot aan onze moderne tijd kende de mensheid geen geschiedenis van massaal mondkapjesgebruik,” schrijven Huber c.s. “Het is daarom belangrijk om de mogelijke gevolgen van dit maatschappij-brede experiment te overdenken. De gevolgen voor de gezondheid van individuen zijn nog niet bekend. Mensen die mondkapjes dragen, hebben een meetbaar hogere/sterkere inspiratoire flow dan niet-dragers.”

“Deze studie richt zich op nieuwe mondkapjes die zo uit de verpakking komen, en stoffen mondkapjes die (machinaal) gewassen zijn. De mondkapjes werden microscopisch onderzocht. Kleine losse deeltjes werden op elk type mondkapje waargenomen. Ook had elke type mondkapje zowel losse als vaste vezels. Als elk vreemd deeltje en elk vezeltje in elk mondkapje altijd goed bevestigd is en niet kan losraken door luchtstromen, zou er geen risico zijn dat zulke deeltjes en vezels ingeademd worden.”

“Maar als ook maar een klein deel van de vezels kan losraken door luchtstromen, of als er tijdens de productie, het verpakken of het verplaatsen van de mondkapjes stof, productresten of ander materiaal in de mondkapjes achterblijft, dan bestaat niet alleen de mogelijkheid dat er vreemde materialen in de luchtwegen terechtkomen, maar ook dat die materialen in het diepere longweefsel terechtkomen, waar zij potentieel schade kunnen veroorzaken.” (Oorspronkelijk artikel in het Engels, Copyright PDMJ.org en auteurs. Voltooid, peer-reviewed door gediplomeerde artsen en geredigeerd, 24 september 2020.)

*

Het ECDC-rapport (2021 update) dat ten grondslag ligt aan het OMT-advies dat weer de grondslag vormt van de Ministeriële Regeling besteedt vrijwel geen aandacht aan de mogelijke schadelijke effecten van mondkapjes, hoewel wel wordt erkend dat mensen die gezichtsmaskers dragen “gevoelens van angst kunnen ervaren en moeilijkheden kunnen ondervinden bij het ademhalen”. Ook wordt erkend dat er veel indicaties zijn dat er “huidproblemen” kunnen ontstaan, dat “nauwsluitende” gezichtsmaskers kunnen leiden tot “hoofdpijnen”, en dat gezichtsmaskers “communicatie kunnen hinderen”.

*

Een heel opmerkelijke bevinding van diverse onderzoekers is dat het dragen van mondkapjes ertoe kan leiden dat méér virusdeeltjes worden overgebracht op andere mensen in plaats van minder. In het hierboven reeds geciteerde artikel in het International Journal of Environmental Research and Public Health (IJER), Is a Mask that Covers the Mouth and Nose Free from Undesirable Side Effects in Everyday Use Free of Potential Hazards? van april 2021 schrijven acht artsen en wetenschappers dat dragers van maskers namelijk veel meer dan niet-dragers aerosolen verspreiden!

“Uit de literatuur is bekend dat maskers verantwoordelijk zijn voor een proportioneel onevenredige productie van fijne deeltjes in het milieu en, verrassend genoeg, veel meer dan bij mensen zonder masker.”

“Er werd aangetoond dat bij alle proefpersonen die een masker droegen significant meer kleinere deeltjes vrijkwamen met een grootte van 0,3–0,5 µm in de lucht dan bij mensen zonder masker, bij het ademen, spreken en hoesten bij alle typen maskers (stof, chirurgisch, N95-maskers).” Dit kan te maken hebben met het feit dat dragers van maskers harder moeten praten om zich verstaanbaar te maken.

Aerosolen zijn zo klein dat ze niet afdoende worden gestopt door gezichtsmaskers. “In een laboratoriumexperiment werd aangetoond dat chirurgische maskers en N95-maskers geen betrouwbare bescherming boden tegen corona- en griepvirussen,” schrijven de onderzoekers. “Aerosolen (deeltjes met een diameter van 0,08 tot 0,2 µm) konden bij beide maskertypen ongehinderd penetreren. Zowel de SARS-CoV-2-pathogenen met een grootte van 0,06 tot 0,14 µm en de influenzavirussen met 0,08 tot 0,12 µm gingen door de poriën van het masker heen.”

*

Soortgelijke bevindingen zijn gedaan door Colleen Huber, “Mechanismen waardoor mondkapjes het risico op COVID-19 mogelijk vergroten.” . (Oorspronkelijk artikel in het Engels door Colleen Huber, NMD Gepubliceerd op 7 december 2020, Voltooid, peer-reviewed en geredigeerd op 8 januari 2021, Primary Doctor Medical Journal, Winter 2020.) Huber constateerde dat in gebieden waar een mondkapplicht is ingevoerd, er daarna meestal méér COVID-19-infecties plaatsvinden, vrijwel nooit minder. Dit duidt erop dat mondkapjes mogelijk een risicofactor vormen voor infecties.

Huber beschrijft twee fysieke mechanismen die mogelijk direct bijgedragen hebben aan deze resultaten (gebaseerd op de tot nu toe beschikbare onderzoeken). Het eerste mechanisme is “de verstrooiing van verspreide respiratoire druppels die tijdens het uitademen geaeroliseerd worden nadat zij in botsing zijn gekomen met de binnenste laag van het mondkapje en daarna in de omgevingslucht blijven hangen. Het tweede mechanisme betreft het ontstaan van krachtige luchtstromen met ongefilterde uitgeademde aerosolen die via de randen van het mondkapje (die dan feitelijk als nozzles fungeren) tot enkele meters in de omgevingslucht verspreid worden.

Deze fenomenen zorgen ervoor dat virale deeltjes die door een gemaskerd persoon uitgeademd worden, langer in de lucht blijven hangen en verder in de omgevingslucht verspreid worden dan de respiratoire druppels die door een ongemaskerd persoon uitgeademd worden (die druppels vallen dicht bij het lichaam op de grond).

Er zijn ook chemische mechanismen die voor een toename van COVID-19-gevallen kunnen zorgen in gemaskerde populaties. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door immunosuppressie, dat op zijn beurt (in dit geval door het mondkapjesgebruik) veroorzaakt wordt door hypoxische en hypercapnische condities, alsook door acidotische (verzuurde), onbeweeglijk gemaakte cilia (trilharen) in de longen, en doordat er wat minder huid blootgesteld wordt aan het zonlicht voor de aanmaak van vitamine D. Mensen die dus voor zichzelf en anderen het risico op infectie met SARS-CoV-2 of het ontwikkelen van COVID-19 willen beperken, moeten dus eerst heel goed nadenken voordat zij een mondkapje opzetten. Voorzichtigheid is geboden.”

*

Moeilijker te kwantificeren, maar daarom niet minder belangrijk, zijn de psychische effecten van langdurige en wijdverbreide dracht van gezichtsmaskers. Psychologen hebben vastgesteld dat door het missen van gezichtsuitdrukking er minder interactie en minder non-verbale communicatie is tussen mensen. Kinderen leren minder goed non-verbale communicatie te interpreteren, en zichzelf uit te drukken, juist in de fase waarin hun sociale identiteit zich ontwikkelt. Ze leren daardoor minder op zichzelf te vertrouwen.

Mondkapjes benadrukken ook voortdurend gevaar: angst voor virussen, angst voor overdracht. Aan kinderen worden schuldgevoelens en schaamte bijgebracht doordat ze verantwoordelijk worden gesteld voor ziekte en dood in de gehele maatschappij. Kinderen die geen mondkapje kunnen of willen dragen worden uitgesloten en vaak door leraren beschuldigend toegesproken. Experts waarschuwen dat het dragen van mondkapjes ook schadelijk kan zijn voor de ontwikkeling van het kinderbrein door functieverlies van bepaalde hersengebieden. (Zie onder meer diverse artikelen van wetenschapsjournalist Peter F. Maier hier en hier en hier.)

*

Tot slot nog enkele andere bronnen die schadelijke effecten van mondkapjes laten zien:

Maskers dragen bij aan longaandoeningen. https://tkp.at/2021/02/08/dauernutzung-von-masken-traegt-bei-zu-lungenkrebs-und-andren-krankheiten/

Een onderzoek naar verontreiniging met virussen van mondkapjes bij gezondheidszorgpersoneel. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31159777/

Onderzoek dat wijst op het gevaar van verontreiniging van mondkapjes:  https://www.acpjournals.org/doi/10.7326/M20-1342

Overzicht van studies naar hypoxie [onvoldoende zuurstofinname, die het gevolg kan zijn van het dragen van gezichtsmaskers] de werking van de belangrijkste immuuncellen die virale infecties bestrijden, de CD4+ T-lymfocyten, kan afremmen: https://www.technocracy.news/blaylock-face-masks-pose-serious-risks-to-the-healthy/

Onderzoek naar her-besmetting door onoordeelkundig gebruik van mondkapjes. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7296904/

[1] Advies 80e OMT COVID-19 d.d. 14 oktober 2020: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/10/14/advies-nav-80e-omt

[2] https://www.rivm.nl/documenten/covid-19-toepassing-mondneusmakers-openbare-ruimten

[3] European Centre for Disease Prevention and Control. Using face masks in the community: Reducing COVID19 transmission from potentially asymptomatic or pre-symptomatic people through the use of face masks, 8 April 2020. Stockholm: ECDC’ 2020 hierna te noemen ‘ECDC artikel’, rapport is geactualiseerd op 15 februari 2021, https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/using-face-masks-community-reducing-covid-19-transmission; het oorspronkelijke rapport staat niet meer online maar is in ons bezit in PDF-vorm

[4] Physical distancing, face mask, eye protection to prevent person-to-person transmission of SARS cov2 and COVID-19. A Systematic review and meta analyse”. Chu et al, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7263814/

[5] Hannah Visser, Marcel Tóth, Gezonde Mensen Maken Elkaar Niet Ziek, Medisch Contact, 21 januari 2021, https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/gezonde-mensen-maken-elkaar-niet-ziek.htm

[6] https://www.nen.nl/nen-en-14683-2019-c1-2019-en-262310 en https://standards.cen.eu/dyn/www/f?p=204:110:0::::FSP_PROJECT,FSP_ORG_ID:69675,6186&cs=19F67DA57C81359DD409C62A083C97AD7 Engels origineel: “Due to the fact that used masks are considered highly contaminated, it is essential that: — the body of the mask is not touched by the fingers/hands of the wearer; — hands are disinfected (full hand disinfection) after mask removal; — a mask is worn covering the nose and mouth of the wearer, at no time a mask is hanging around the neck of the wearer; — a used mask should be disposed of when no longer needed or between two procedures; when there is a further need for protection a new mask should be put on.”