Noodkreet van een bezorgde moeder
We ontnemen onze kinderen hun ontmoetingsplekken, het speelplein, de gangen, de kantine op school. We bedekken hun gezichten, ontwrichten hun sociale relaties en zadelen ze op met gevoelens van schaamte en schuld. Wanneer gaan we onze kinderen beschermen tegen de coronamaatregelen in plaats van onszelf tegen corona?
Ik ben bezorgd. Gisteren werd bekend gemaakt onder welke voorwaarden mijn dochter weer les mag krijgen op haar schooltje. Het beperken van contact tussen kinderen en docenten, zo lees ik, is hierbij de focus. Want er is een Britse covid-variant, en deze moet streng bestreden worden, ondanks dat deze variant eigenlijk niet zo besmettelijk blijkt als men eventjes dacht.
En dit moet bereikt worden door de kinderen te laten spelen en werken in zo klein mogelijke groepen zonder contact met andere leerlingen, door een dringend advies voor mondkapjes voor de tien- en elfjarigen, door looprichtingen, en door een verplichte quarantaine wanneer een klasgenootje besmet raakt, met aansluitend een covid-test om weer terug naar school te mogen.
Op 1 oktober vorig jaar werd al een dringend advies gegeven om een mondkapje te dragen op de middelbare scholen. Deze scholen liepen al snel vooruit op de zaken door er een plicht van te maken in de gangen en kantine op school. Op 1 december werd deze plicht officieel in de noodwet gegoten. Ruim vier maanden lang lopen leerlingen nu met een mondkapje op door hun school.
Mijn zoon niet. Een mondkapje is voor hem geen optie om meerdere redenen, echter wil zijn school geen uitzondering voor hem maken. Ondanks dat deze uitzondering volgens de ministeriële regeling moet worden gerespecteerd, mag mijn zoon de school niet in zonder kapje. Daarom volgt hij sinds oktober zijn tweede jaar VWO vanuit huis. Niet gemakkelijk, hij mist zijn klasgenoten en de lessen, maar hij doet het toch maar.
Mondkapjes maken het erg moeilijk om de gezichtsuitdrukking van een ander kind te lezen. Non-verbaal communiceren is daarmee ineens een stuk lastiger, de mogelijkheden om je klasgenootje te begrijpen, of jezelf uit te drukken zijn ineens flink verminderd. Het slecht verstaan van de andere kinderen door de bedekte mond helpt daarbij ook niet.
Afstand moeten houden van elkaar maakt de afstand letterlijk en figuurlijk nog groter tussen kinderen onderling, maar ook tussen leerlingen en docenten, die steeds vaker een mondkapje dragen in de klas.
Communicatie wordt dus ernstig belemmerd voor kinderen op allerlei manieren. Ook al is het ‘alleen maar’ op de gang en kantine. Want juist daar spreek je je klasgenoten, klets je bij, daar maak je vrienden. En juist daar moet je nu bij elkaar wegblijven, en mag je het gezicht van je medeleerlingen niet meer zien. Interactie vindt steeds minder plaats. En met elke maatregel wéér een beetje minder.
Maar juist door de interactie op jonge leeftijd met anderen leren wij communiceren. Dit begint al in de wieg, wanneer we het gezicht van onze moeder of vader steeds weer volgen en bestuderen. Lacht ze, is hij boos, of is ze juist bezorgd? Kunnen we ontspannen en of moeten we gaan huilen en schreeuwen om aandacht, warmte en veiligheid? Onze wereld staat en valt met het contact met onze ouders.
De jaren daarna ontmoeten we steeds meer andere mensen, en leren we door deze interactie hoe we met elkaar om moeten gaan. We leren onze plaats ten opzichte van de ander te bepalen, we ontdekken de emoties die anderen in ons oproepen, verplaatsen ons in hun emoties en leren op onszelf te vertrouwen in contact met mensen. We leren wat onze grenzen zijn en die van de ander. We leren hoe we nieuwe mensen kunnen leren kennen, en hoe we bestaande relaties onderhouden. Dit uitermate belangrijke proces in onze ontwikkeling maakt ons als volwassene sociaal, laat ons relaties aangaan, geeft ons zelfvertrouwen, en zorgt ervoor dat we ons niet steeds hoeven af te vragen hoe ons te gedragen in gezelschap.
Wat ontnemen we deze kinderen dan met het afpakken van hun sociale ontmoetingsplek, het speelplein, de gangen en de kantine op school? Uit onderzoek blijkt dat sociale interactie leidt tot meer sociale interactie, maar ook andersom, minder interactie leidt tot nog minder interactie. Dus leren we kinderen nu af om met elkaar om te gaan?
Wat voor volwassenen worden deze kinderen eigenlijk?
Maar we zijn er nog niet met de maatregelen voor onze kinderen. Was het testen tot nu toe (gelukkig) alleen gereserveerd voor volwassenen, nu moeten kinderen er ook aan gaan meedoen. Als je je kind niet vijf dagen extra in quarantaine wil of kan houden tenminste. Testen blijkt echter voor veel mensen een pijnlijke gebeurtenis, en het wachten op de uitslag is stressvol. Het kabinet wil nu dat wij onze kinderen ook aan die pijn en stress blootstellen. Maar wat betekent dat voor mijn kind? Welke boodschap geven we het mee? Je bent besmettelijk. Je bent gevaarlijk. Je bent verantwoordelijk voor onze gezondheid. Oma wordt misschien wel ziek door jou. Opa kan dood gaan door jou. Jij en ik kunnen dood gaan als jij je niet aan de regels houdt.
Angst, schuldgevoel en schaamte. Angst voor een virus wat steeds slachtoffers maakt, zoals we het kind dagelijks vertellen. Schuldgevoel door de enorme verantwoordelijkheid die we het kind geven. Schaamte omdat het kind nooit kan voldoen aan al deze eisen. Omdat het natuurlijk gedrag betreft wat een kind nauwelijks kan tegenhouden. Maar dat wel beseft elke keer als het zich niet braaf aan de maatregelen houdt, of wíl houden. Dat zijn ouders door hem nu weer thuis moeten werken. En extra lang als het zich niet wil laten testen, omdat het bang is voor de test, of bang is door alle tegenstrijdige verhalen.
En hoe kijkt mijn kind eigenlijk naar mij als ik hem of haar toch blootstel aan deze test of dat mondkapje? Kan mijn kind nog wel kind zijn als ze de volwassenen om zich heen niet meer kan vertrouwen? In een wereld waarin zij verantwoordelijk is gemaakt voor de gezondheid van de hele maatschappij? Durft mijn kind nog wel te spelen wanneer ze steeds hoort dat iedere beweging er één teveel kan zijn en de dood van haar juf kan veroorzaken?
Oké dan, het kind past zich aan, zoals kinderen dat doen, omdat ze eigenlijk niet veel keus hebben. Ze willen ouders en docenten pleasen, en hun vriendjes zien. Maar tot wanneer dan? Wat vertel ik mijn kind? Volgende week, volgende maand, volgend jaar mag je weer onbezorgd spelen? Mag je de gezichten van je vrienden weer zien en weer met ze stoeien? Of ben ik eerlijk, en zeg ik dat ik het niet weet? Dat er nooit is gezegd wanneer het kapje weer af mag en je niet meer gevaarlijk bent voor elkaar? Dat er veel verschillende virussen zijn, ieder maand, en ieder jaar weer, en dit misschien wel nooit meer helemaal weggaat?
Wil ik mijn kind nog wel blootstellen aan deze invloed, dit soort regels, dit soort uitspraken? De mondkapjes zijn nu nog een dringend advies. De testen zijn nu nog niet verplicht. Maar een dringend advies wordt gemakkelijk een plicht, weten we ondertussen.
Hoever gaan we? Waarom telt de impact die de maatregelen hebben op kinderen niet mee in dit beleid? Is het omdat deze niet onmiddellijk meetbaar is, en pas over maanden of jaren zal blijken? De schade vooral psychisch is en niet in een IFR-getal kan worden gegoten? Moeten we een emotionele-schade-test gaan invoeren, en onze kinderen dagelijks gaan testen, zodat we alle volwassenen in een lockdown kunnen gooien wanneer onze jeugd het voor de verandering eens níet meer trekt? En zij dus weer mogen leven..
Ik ben bezorgd. Mondkapjes, afstand en testen is een brug te ver. Eén kind zit al thuis. Hoelang duurt het voordat we ons genoodzaakt voelen ons andere kind ook thuis te gaan houden?
Afstandsonderwijs voor onze kinderen, niet om docenten of de maatschappij te beschermen tegen een virusbesmetting door een kind, maar juist om dat kind te beschermen tegen de steeds strengere, steeds schadelijkere en steeds uitzichtlozere maatregelen.
Dank
Lieve Hilde,
Ik ken je niet persoonlijk, wel zijdelings via LinkedIn. Je verwoordt wat in mij leeft.
Wat ik heel wrang vind, is de parentificatie die vanuit school plaatsvindt: onze kinderen moeten zorgen voor de veiligheid van de leerkrachten, want “zij gaan na school ook weer naar hun gezinnen toe”.
Als een leerkracht vermoedt dat een kind voor (een van) zijn ouders zorgt – parentificatie dus – trekt het aan de bel en gaat instanties inschakelen.
Waar is de verantwoordelijkheid van leerkrachten op het gebied van emotie regulatie? Van projecties op kinderen onder ogen komen? Van zelfreflectie? Van intervisie, supervisie en leertherapie?
Op dit moment zijn scholen hard aan het meewerken aan normaal maken wat niet normaal is.
Kinderen moeten niet voor volwassenen hoeven zorgen. Dat is niet de taak noch verantwoordelijkheid van kinderen.
Ik hoop dat je noodkreet veel mensen bereikt en tot nadenken zet.
Mijn steun heb je in ieder geval!
Warme groet,
Sophie Stok
Wow….
Onze kinderen moeten we beschermen tegen deze waanzin!!
Mondkapje
We moeten echt onze k8nderen en kleinkinderen beschermen. Dit is een grote waanzin. Ze willen ons gedwongen laten vaccineren en dan gaan ze toch verder met deze onzin.mensen die iets.net ons alle staan we sterk.neem het op voor onze kinderen.ga ook allemaal stemmen. Laat je stem horen.aub
Waarom wordt de grondwet…
Waarom wordt de grondwet niet gebruikt? Of is die mischien onbruikbaar vanwege de ‘ behoudens de wet’ toevoegingen? Dan hebben we nog de Universal Declaration of Human Rights, met artikelen over menswaardigheid, gelijkheid, vrijheid etc. Waar zijn diegenen die rechten hebben gestudeerd, waar zijn de advocaten, die hier toch gebruik van zouden moeten maken. Als we alleen maar blijven klagen gebeurt er niets. De grondwet is er toch niet voor niets en ik heb nog niemand dit horen benoemen.
mondkapjes
Respect en zoveel begrip voor deze moeder die helder verwoord wat ik voel. Ik heb geen kinderen, werk wel in het V.O. en merk dat de kinderen het zat zijn. Ze willen naar school, samenzijn! Ik deel de zorgen, welk effect dit heeft op jongeren op de lange termijn. Ik geef online les, de jongeren en ik als docent doen samen ons best, zoveel respect voor alle jongeren. Ik zou er niet aan moeten denken dat mijn jeugd er zo had uitgezien.
Goed dat jullie in opstand…
Goed dat jullie in opstand komen tegen dit mensonterende misdadige beleid.
Dank voor de hartverwarmende reacties!
Dank voor de hartverwarmende reacties!
Hieruit blijkt dat we niet alleen staan met deze zorgen. Ouders, docenten, iedereen die geeft om de jeugd. En dat geeft mij de overtuiging dat we dit kunnen tegenhouden en terugdraaien. Als we maar steeds weer laten weten hoe wij hier over denken, en blijven opstaan voor onze kinderen. Zo kunnen we scholen weer tot een gezellige en veilige plek maken voor onze kinderen.